Dag van de Mensenrechten
De Dag van de Mensenrechten, ook bekend als is jaarlijks op 10 december, de dag waarop in 1948 de Verenigde Naties de ‘Universele Verklaring van de Rechten van de Mens’ werd aanvaardde.
Vooral sinds de jaren 80 van de vorige eeuw worden op deze datum overal ter wereld manifestaties voor de mensenrechten georganiseerd. Op deze dag worden, bij toeval, ook de Nobelprijzen, waaronder de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt. De verklaring werd ontworpen door de VN Commissie voor Mensenrechten en gepropageerd door met name Eleanor Roosevelt, de weduwe van de Amerikaanse president Franklin D Roosevelt. De verklaring werd aangenomen door de leden van de VN op 10 december 1948, zonder tegenstemmen maar met acht onthoudingen. De verklaring is de eerste internationale bevestiging van de universaliteit
Human Rights Day,
van mensenrechten. De verklaring heeft geen bindende kracht, maar heeft in de loop der jaren grote morele betekenis gekregen als de belangrijkste internationale standaard van de mensenrechten. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bestaat uit een Preambule, waarin de inherente waardigheid en onvervreemdbare rechten van de mens worden erkend, en dertig artikelen. Artikelen 1-21 hebben betrekking op burger- en politieke rechten, 22-27 op economische, sociale en culturele rechten. Enkele artikelen van de UVRM formuleren de hoofdlijnen van een stelsel van democratie: recht op inspraak in bestuur, op gelijke benoeming in openbare functies en op vrije verkiezingen. In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn niet alle mensenrechten opgenomen, omdat de vertegenwoordigers die over de tekst onderhandelden, het niet eens konden worden of omdat een bepaald recht toen nog niet algemeen als mensenrecht werd erkend. Daarom wordt de doodstraf niet genoemd, want sommige staten waren in 1948 al tegen die straf, maar andere zijn er tot op de dag van vandaag voorstander van. Om soortgelijke redenen ontbreken in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens verwijzingen naar ondermeer de vrijheid van drukpers, het recht op abortus en euthanasie, de academische vrijheid, het stakingsrecht, de bescherming van vrouwen tegen geweld en genitale verminking, de bescherming van kinderen tegen schadelijke arbeid, het individueel klachtrecht, het zelfbeschikkingsrecht van volken en het recht op eigen taal en naam. Veel van deze rechten zijn in diverse latere (bindende) verdragen, waaronder de VN-verdragen van 1966, wel opgenomen. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens telt dertig artikelen, maar omvat in totaal zo’n zestig verschillende mensenrechten. Andere verdragen hebben daar nog zo’n veertig mensenrechten aan toegevoegd.
(Bron: Beleven)