Stint mag definitief niet meer openbare weg op
DEN HAAG - De stint mag definitief niet meer de openbare weg op. Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) heeft dit besluit gisteren bekendgemaakt in een brief aan de Tweede Kamer. De minister liet in december weten geen andere mogelijkheid te zien dan de stint in de huidige vorm niet terug te laten keren op de weg. Ze nam dit besluit naar aanleiding van een onderzoeksrapport van TNO. Van Nieuwenhuizen blijft dus bij haar beslissing om de stint niet meer terug te laten keren op de openbare weg.
Volgens TNO was een fors aantal aanpassingen nodig om de elektrische bolderkar zo veilig te maken dat het voertuig weer kan deelnemen aan het verkeer.
TNO controleerde de stint op zes punten die belangrijk zijn voor de veiligheid van een voertuig. De stint bleek op al die punten niet veilig. Zo kwam het onderzoeksinstituut tot de conclusie dat er problemen met de rem en de lengte van de remweg konden optreden. Daarnaast kon er een ‘onbeheersbare versnelling’ optreden, waardoor de stint als het ware op hol sloeg.
De stint was al sinds 2 oktober vorig jaar niet meer toegestaan op de openbare weg. Dat gebeurde na publicatie van een eerste verkennend technisch onderzoek van de politie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Een dodelijk ongeval tussen een trein en een stint in Oss was aanleiding voor het verbod op de stint. Bij dat ongeval kwamen vier kinderen om het leven en raakten hun begeleider en een kind zwaargewond. Ze waren onderweg van de kinderopvang naar school. De stint werd in 2011 toegelaten tot de openbare weg. Sindsdien hebben kinderdagverblijven samen duizenden stints gekocht, omdat het voor de bedrijven een ideaal vervoermiddel bleek te zijn. Vanwege het verbod moesten kinderdagverblijven kinderen op een andere manier vervoeren. Kinderopvang Het Kinderstraatje uit Almere spande een kort geding tegen de minister aan. De rechter bepaalde dat de minister de stint mocht weren van de openbare weg.
Van Nieuwenhuizen liet de Kamer gisteren in dezelfde brief weten dat voor een eventuele terugkeer van de stint, of een vergelijkbaar voertuig, meerdere stappen nodig zullen zijn.
Allereerst moeten de problemen die beschreven staan in het TNO-rapport verholpen zijn, schrijft zij. Daarnaast zal het voertuig aan een pakket nieuwe eisen moeten voldoen. De minister zegt nog deze maand met die nieuwe eisen te komen.
(NU)