Blacklisting
PARAMARIBO - De Surinaamse regering is tegen het wiswassen en het in circulatie brengen van geld dat afkomstig, dan wel bestemd is voor criminele daden. Dit liet president Desi Bouterse gisteren duidelijk blijken bij het startsein van de implementatie van de ‘Nationale Risk Assessment’ (NRA). Uiterlijk juli 2020 moet Suriname een verslag overleggen aan de ‘Financial Action Task Force’ (FATF) waarin het de status van 40 gestelde voorwaarden weergeeft. Indien Suriname niet aan de gestelde eisen voldoet, volgt een onherroepelijke wat een financieeleconomisch isolement betekent.
Suriname heeft de tijd niet met zich mee. Landen doen gemiddeld twee tot drie jaar erover om wetgeving en maatregelen te treffen die in lijn zijn met de regels van de FATF. Suriname heeft ruim een jaar om het voor elkaar te krijgen. Er is breed draagvlak gezocht bij onder andere
blacklisting,
de politieke oppositie, omdat een blacklisting de totale samenleving zal treffen. In De Nationale Assemblee (DNA) zijn er wat wetten geslagen die de fundering moeten vormen voor het ingezette compliance-proces. De oppositie heeft daar ook haar medewerking aan verleend. DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons zegt alle medewerking toe aan de NRA-commissie die geleid wordt door jurist en gewezen justitieminister Jennifer van Dijk-Silos.
President Desi Bouterse is ingenomen met het draagvlak dat er gisteren is getoond tijdens het startsein van de NRA-implementatie. “Ik sta hier om aan het Surinaamse volk mee te geven dat ik bereid ben mezelf te committeren samen met deze regering, om duidelijk te maken dat de juiste politieke wil hiertoe helemaal aanwezig is”, zei Bouterse. Volgens haar zou de man op 27 maart zonder de wil van de ouders een meisje hebben weggebracht. Ook zou hij ontucht met het kind hebben gepleegd. Op 28 maart volgde de aangifte tegen Riaaz K. Mahadew zegt dat de man was gestopt om vruchten te kopen bij het slachtoffer. Hij nam het meisje mee in de auto om gras te gaan snijden. Volgens Mahadew vertelde het meisje dat Riaaz K ontucht met haar in de auto heeft gepleegd op een onbewoond gedeelte van de straat. Zij vindt dat het slachtoffer zeer consistent en gedetailleerd haar verklaringen aflegde. Het maagdenvlies van het meisje is intact. Advocaten Irene Lalji en Murwin Dubois vroegen het Openbaar Ministerie nietontvankelijk te verklaren voor de ten laste gelegde schaking. Lalji zegt dat schaking een klachtdelict is waarbij de moeder als klachtgerechtigde aangifte moest doen. Omdat de moeder geen aangifte heeft gedaan, vindt zij dat het OM niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Voor de overige strafbare feiten vroegen zij de man vrij te spreken.
De raadsvrouw sloeg er acht op dat het slachtoffer op de zitting op bepaalde vragen geen antwoord kon geven. Zij vindt verder dat Riaaz K zijn volledige medewerking verleende voor DNAonderzoek. De vader van het slachtoffer heeft kleding aangeboden waaraan geen DNAsporen van Riaaz K zijn aangetroffen. Volgens Lalji waren de spermasporen niet van de verdachte, waardoor de vraag open blijft van wie die wel zijn. Zij vraagt zich af hoe de helft van het verzinsel van het meisje geloofd kan worden en dat de ogen worden gesloten voor het DNA-bewijs. De advocaat wijst erop dat DNA-bewijs ultiem bewijs is dat uiterst betrouwbaar is.