LVV zal dieridentificatie en traceerbaarheidssysteem introduceren
PARAMARIBO - Het onderdirectoraat Veeteelt van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij heeft in het kader van duurzame ontwikkeling van de veeteeltsector, in samenwerking met de Food and Agriculture Organization (FAO) in voorbereiding het project ‘Dier Identificatie, Registratie en Traceerbaarheidssysteem’ (I&R-systeem). Dit meldt het ministerie in een persbericht.
Het belang van dit I&Rsysteem is dat elk landbouwhuisdier uit zowel de rundveesector (melk- en slachtvee), de sector kleine herkauwers als de varkenssector in de toekomst van een oornummer voorzien zal moeten zijn, om de traceerbaarheid van ‘farm to fork’ te kunnen achterhalen. Dit kan alleen middels een goed op te zetten identificatie, registratieen traceerbaarheidssysteem.
Het ontwikkelen van beleidsprogramma’s ter uitvoering van het uitgestippelde beleid is slechts mogelijk middels het verzamelen, verwerken en analyseren van data (statistieken). Deze statistieken worden op gezette tijden door het ministerie verzameld, zoals tijdens landbouwtellingen, specifieke surveys en registraties van veehouderijen. Deze verzamelde data dragen wel degelijk bij tot ontwikkeling van beleidsprogramma’s, maar er schort toch iets aan een goed functionerend dieridentificatie en traceerbaarheidssysteem. Het is een belangrijk component bij iedere handeling die zorgdraagt voor onder andere kwaliteitsverbetering van statistische gegevens, doordat dit systeem de mogelijkheid creëert om dierspecifieke gegevens te koppelen aan veehouderijen. Verder het onder controle brengen en bestrijden van dierziekten (inclusief zoönosen), omdat individuele dieren of batches traceerbaar zullen zijn en zo kan naar de bron van besmetting worden teruggegaan.
Daarnaast kan zo een I&Rsysteem ervoor zorgen dat verbeteringen in veeteelt- en graslandmanagement optreden en veebezettingsgraden en prestaties zouden via dit systeem kunnen worden geanalyseerd. Ook zorgt het voor rasverbetering en het beheren van dierlijke genetische hulpbronnen. Het opslaan en opvragen van prestaties van individuele dieren wordt vergemakkelijkt, waardoor programma’s voor rasverbetering sneller resultaat hebben. Populaties kunnen ook van lokaal geadapteerde veetypen worden gemonitord en programma’s ontwikkeld voor hun beheer.
Deze verbeteringen leggen de basis voor een hoger aanbod aan kwalitatief goed en veilig voedsel van dierlijke origine voor de Surinaamse bevolking en zal tevens de mogelijkheid tot export faciliteren, aangezien dat vaak als vereiste wordt gesteld door het importerende land.
Om te komen tot implementatie heeft het onderdirectoraat Veeteelt samen met technische vertegenwoordigers van de FAO hearings gehouden met stakeholders van de diverse subsectoren. Daarnaast wordt gewerkt aan het opzetten van een IT-architectuur, bestaande uit de daartoe benodigde hardware- en softwareoplossingen en databeveiliging. Ook wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een nationale strategie met actieplan en roadmap, adequate regelgeving en een pilot voor de rundveesector, waarbij veehouders en personeel van het onderdirectoraat Veeteelt zullen worden getraind in het nummeren, registreren en het gebruik van formulieren en documentatie.