Stijging van zeeniveau verloopt steeds sneller: mogelijk tot 60 à 110 cm tegen 2100
Als er geen inspanningen worden geleverd om de uitstoot van broeikasgassen verder terug te dringen, dan dreigt het zeeniveau tegen het jaar 2100 met 60 tot 110 centimeter te stijgen. Dat blijkt uit een rapport van het IPCC, het VNpanel van klimaatexperts, over de oceanen en de cryosfeer (de met ijs en sneeuw bedekte plaatsen).
In het rapport staan verschillende scenario’s vermeld om de vermoedelijke stijging van het zeeniveau tegen het jaar 2100 (in vergelijking met de periode 1986-2005) weer te geven. Bij ongewijzigd beleid wordt uitgegaan van een stijging tussen de 60 en 110 centimeter (of gemiddeld 84 centimeter). Wanneer de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen en de gemiddelde temperatuurstijging beperkt wordt tot minder dan 2 graden, zal het waterpeil op zee tegen het einde van de eeuw nog altijd met 30 tot 60 centimeter stijgen (gemiddeld 43 centimeter).
Volgens het rapport is er al sinds enkele decennia sprake van een versnelde stijging van het zeeniveau, als gevolg van de smeltende ijskappen in Groenland en Antarctica. Voor de periode 2006-2015 ging het om een stijging van gemiddeld 3,6 mm per jaar. Het zeeniveau stijgt daarmee al dubbel zo snel als in de twintigste eeuw en het tempo neemt alleen maar toe, zo stellen de klimaatwetenschappers van het IPCC. De wetenschappers waarschuwen ook dat er sowieso rekening moet worden gehouden met extremere weersomstandigheden aan de kustgebieden, zoals overstromingen en stormen. Zo dreigen extreem hoge waterstanden die zich momenteel maar eens om de honderd jaar voordoen vanaf 2050 zowat jaarlijks laaggelegen steden en kleinere eilanden te treffen.
Voorts wordt ook aan de alarmbel getrokken over gletsjers die steeds meer ijs verliezen: wereldwijd gaat het om 11 tot 25 procent (in het meest gunstige scenario) tot zelfs 25 à 47 procent (zonder bijkomende maatregelen). De kleinste gletsjers, voornamelijk in Europa, kunnen tegen 2100 zelfs tot 80 procent van hun massa kwijtspelen. Dat brengt ook de beschikbaarheid van zoet water in het gedrang en kan bovendien leiden tot meer aardverschuivingen, overstromingen en lawines. In het ergste geval dreigt eveneens 49 tot 89 procent van de bovenste laag permafrost (3 tot 4 meter) weg te smelten, waardoor de broeikasgassen kunnen vrijkomen die daar momenteel worden opgeslagen. Tot slot wordt gewaarschuwd voor een verzuring van de oceanen, wat zorgt voor een verstoring van de mariene fauna en flora. Negentig procent van de koralen dreigt verloren te gaan. De snellere stijging van de zeespiegel zal ook gevolgen hebben voor de Belgische kust, zo waarschuwt WWFBelgië. Aan de Belgische kust is het zeewater de laatste vijftig jaar al met meer dan 10 cm gestegen, zo klinkt het. De natuurbehoudsorganisatie pleit daarom niet enkel voor een drastische vermindering van de CO2-uitstoot, maar ook voor natuurherstel. Zo moet er aan de kust meer ruimte worden gegeven aan duinen en polders. “De bebouwing die de kustlijn fixeert en het kustlandschap zoals we het nu kennen, zal opgeslokt worden door de stijgende zeespiegel. Tenzij we ruimte creëren voor de natuur, zodat de kust mee kan evolueren met die stijgende zeespiegel en landinwaarts kan verschuiven”, zo reageert Sarah Vanden Eede, beleidsmedewerker oceaan van WWFBelgië.
“België moet de inspanningen om klimaatverandering tegen te gaan, opvoeren en de veerkracht van de kust tegen zeespiegelstijging verhogen door de natuurlijke kustverdedigingsdynamiek te herstellen waarin polders, duinen, stranden en zandbanken de hoofdrol spelen.” WWF pleit ook voor een ambitieuzer klimaatbeleid. “We kunnen nog delen van onze cyrosfeer redden, maar we moeten nu handelen. De bestaande toezeggingen van regeringen om klimaatverandering te bestrijden zijn onvoldoende.” (HLN)