Advocaten pleiten voor vrijspraak
In drugsvliegtuigzaak
PARAMARIBO Advocaten Irvin Kanhai, Michella LauKerssenberg en Vishal Rambharos betoogden gisteren dat het niet zo is dat Harti L en Dionathan M samen en in vereniging met Ramchender Oedit zich schuldig hebben gemaakt aan het invoeren van 488.680 gram cocaïne op 13 maart 2018.
De raadslieden vroegen de mannen van drugsuitvoer en deelname aan een criminele organisatie vrij te spreken. Zij verzochten voorbij te gaan aan de strafeis van 18 jaar gevangenisstraf. Kanhai en LauKerssenberg, die Harti L juridische bijstand verlenen, pleitten dat Harti L Oedit niet kent. Bij de politie kwam op 12 maart 2018 informatie dat van 11 op 12 maart een drugsdropping had plaatsgevonden. Op 13 maart zou weer een dropping plaatsvinden op het terrein van Oedit. Volgens de advocaten was het vliegtuig nooit eerder op het terrein van Oedit geweest, waardoor daar nooit een dropping zou plaatsvinden. Volgens hen is de politie door de Counter Terrorism Unit op een dwaalspoor gezet. Zij denken dat het bedoeld was de politie op het verkeerde been te zetten om Tibiti veilig te stellen. Kanhai en LauKerssenberg vinden dat er van landen van het vliegtuig op het terrein van Oedit geen sprake is. De raadslieden zeggen dat Harti L niet wist van wie het terrein is. Een medewerker die op de plaats werkte, zegt daar nooit een vliegtuig te hebben zien landen. De raadslieden zeggen dat uit geen enkele verklaring blijkt dat Oedit op 12 maart op de landingsbaan is geweest. Zij vinden dat het plaatsen van een ploegmachine op de landingsbaan een eigen initiatief was van de medewerker en geen instructie van Oedit. Zij merken op dat de medewerker buiten vervolging is gesteld. Kanhai en LauKerssenberg herinnerden eraan dat Harti L als getuige bij de rechtercommissaris (rc) onder ede is gehoord. Hij verklaarde daarbij dat hij onder druk van de politie heeft verklaard dat hij twee keer naar Suriname is gekomen. Hij zou naar Tibiti vliegen, maar werd gedwongen te landen. De landingsbaan in Saramacca was niet zijn eindbestemming. Dionathan M vertelde als getuige bij de rc dat hij niet twee keer naar Suriname kwam. Zijn eindbestemming was een vreemde naam, Tibiti. Kanhai en LauKerssenberg vinden voorts dat er sprake is van vrijwillige terugtred. Advocaat Rambharos pleitte dat niet is gebleken dat de piloot de landing had ingezet. Volgens hem blijkt uit niets dat de verdachten door de politie in het luchtruim waren gesommeerd. Hij vindt dat het sommeren op een deugdelijke wijze moest geschieden. Pas nadat geschoten werd op het vliegtuig, begrepen de verdachten dat het om de politie ging. De politie dwong de verdachten terug te keren. Volgens de verdachten waren zij reeds in het Guyanese luchtruim. Rambharos vindt dat buiten de jurisdictie van Suriname is geschoten op het vliegtuig. Volgens hem is de piloot heel duidelijk geweest in zijn verklaring dat hij uit eigen wil ervoor heeft gekozen om terug te vliegen. Hij is gedurende de handeling gedwongen tot landing waarna er drugs werden aangetroffen. “Deze gedraging van de verdachte kan slechts worden gekwalificeerd als poging tot invoeren van drugs die door de vrijwillige terugtred ook niet als een voltooide poging kan worden aangenomen. Door het onrechtmatig optreden van de politie dwingt zij de verdachte tot het plegen van een strafbaar feit en is daarop verkregen bewijs -drugs- dan ook onrechtmatig en kan nimmer als bewijs dienen.” Op 18 november wordt de behandeling van deze zaak voortgezet.
WJ