Een jaar na aanslag Christchurch vecht Nieuw-Zeeland nog tegen haat
NIEUW ZEELAND De Australiër die wordt vervolgd voor het doodschieten van 51 gelovigen in twee moskeeën in NieuwZeeland veroorzaakte met zijn aanslag een schokgolf in Christchurch en ver daarbuiten. Hoewel de gemeenschap samen rouwde, werd extreemrechtse haat na de aanslag van precies een jaar geleden zichtbaarder dan ooit.
De Nieuw-Zeelandse premier Jacinda Ardern noemt 15 maart 2019 een van de zwartste dagen van Nieuw-Zeeland. De dader, die ze niet meer bij zijn naam wil noemen, trok er die dag met meerdere wapens op uit om aanslagen te plegen in de Masjid Al Noor-moskee en de Linwood Masjidmoskee. Hij livestreamde zijn daden.
Al snel volgden er maatregelen, waaronder strengere wapenwetten, die dergelijke daden moeten voorkomen. “Maar de aanval heeft mensen die haat willen verspreiden juist aangespoord”, zo zegt woordvoerder Anjum Rahman van de islamitische vrouwenraad van NieuwZeeland.
Dit stelt ook Rebecca Kitteridge, directeur-generaal van de Nieuw-Zeelandse veiligheidsdiensten: “De aanval is een inspiratie en aanmoediging geweest voor sommige mensen.” De veiligheidsdiensten in het land volgen nu tussen de dertig en vijftig mensen die mogelijk een bedreiging vormen, een groter aantal dan in eerdere jaren. “De identiteit van sommige mensen kenden we al, maar de aanslag heeft ook zeker impact gehad”, zo beschrijft Kitteridge.
De angst in de moslimgemeenschap groeide nog meer na een incident van begin deze maand. Een man postte een foto van zichzelf bij de Al Noor-moskee met een emoticon van een geweer erbij. Hij deed dit op de berichtendienst Telegram.
Ardern heeft als reactie hierop gezegd dat er nog meer gedaan moet worden. “We moeten naar de basis van de vraag waarom mensen het normaal vinden om doodsbedreigingen te uiten”, aldus de premier. Een verdachte is opgepakt in deze zaak.
Farid Ahmed, de echtgenoot van één van de 51 dodelijke slachtoffers, heeft het op zich genomen om “een boodschap van vrede en liefde te verspreiden”. Hij vertelt dat hij de familie van de aanslagpleger vergeeft.
“Ik ben nooit boos geweest, maar heb me wel afgevraagd: wat was haar (zijn vrouw) misdrijf? Ze haatte helemaal niemand.” Zij werd doodgeschoten toen ze wegrende uit de moskee.
“Soms ben ik aan het rijden en voel ik dat ze naast me zit. Dan kijk ik en dan is ze er opeens niet”, zo zegt Ahmed over het leven zonder zijn vrouw.
Gisteren zou er in een stadion een grootschalige herdenking voor alle 51 slachtoffers van de aanslagen plaatsvinden. Deze herdenking ging niet door vanwege de uitbraak van het coronavirus. (NU)