Schildpadden overspoelen parken
AMSTERDAM - De schildpadden van de stad zijn de afgelopen week, door het zonnige weer, weer tevoorschijn gekomen. Deze exotische dieren zijn in alle parken van de stad te vinden. Ze zijn niet te missen. In het Oosterpark is er zelfs een schildpaddenboom, waar ze met goed en warm weer dagelijks te vinden zijn. Daar zie je er al snel vijf tot zeven op een rij liggen. Schuw zijn ze niet meer. Ze leven van vis en hebben zon nodig. Sinds de jaren negentig leven in de hoofdstad steeds meer schildpadden. Volgens schattingen moeten het er inmiddels zeker vijfhonderd zijn. In de laatste tien jaar krijgt de gemeente veel meldingen van schildpadden in de stad. Hoewel ze geen natuurlijke vijanden in ons land hebben, vormen de schildpadden geen plaag. Dat komt vooral omdat de eieren die in de Nederlandse grond worden gelegd niet uitkomen; eenvoudigweg omdat het hier te koud is.
“In Amerika, waar de beesten vandaan komen, zijn krokodillen hun natuurlijke vijanden. Die hebben we hier in Amsterdam niet. Dus ze kunnen hun gang gaan”, aldus Timmermans. “Er komt vooralsnog geen aanwas van nieuwe schildpadden”, stelt de stadsecoloog vast. “Dat is de belangrijkste reden waarom ecologen zich weinig zorgen maken over het beestje. In bijvoorbeeld Spanje of Griekenland komen de eieren wel uit. Daar verdrijven de schildpadden de inheemse soorten, die worden bedreigd in hun voortbestaan. Hier sterven ze uiteindelijk uit.”
Inmiddels is de handel in de huiskamerschildpadden verboden. Het meest komen de geelwangschildpad en roodwangschildpad voor in de hoofdstad. De waterschildpadden in Amsterdam kunnen zo’n 25 centimeter in omvang worden, zegt Timmermans. Sommige bewoners zeggen grotere exemplaren te zien. “Ze zijn als kleine beestjes gekocht. In de tijd van de ’Ninja Turtles’-films waren ze populair. Als je ze kocht, waren ze ongeveer een rijksdaalder groot. Die hield je in een aquarium met een eiland en een palmpje. Maar de schildpadden groeien, ze gaan stinken en zijn niet meer in een bakje thuis te houden. Dus veel mensen wilden er vanaf.”
(De Telegraaf)