Verwonde veteranen ‘in de steek gelaten’ door Defensie
DEN HAAG - Veteranen die tijdens een oorlog of vredesmissie lichamelijke of psychische schade hebben opgelopen, moeten veel te lang wachten voordat het ministerie van Defensie daar iets mee doet. De procedure zou soms zelf bewust worden vertraagd. Dat stelt de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen, die een onderzoek start naar die behandelingsduur.
“Ik hoor van veteranen dat zij het mentaal maar ook lichamelijk niet meer aankunnen om constant een strijd te moeten leveren die eigenlijk helemaal niet nodig is. Ze voelen zich in de steek gelaten, terwijl Defensie een bijzondere zorgplicht heeft. Voor mij reden om een onderzoek te starten naar de behandelingsduur van letselschadeclaims door het ministerie van Defensie”, aldus Van Zutphen.
Oud-militairen kunnen door de schade die ze in het verleden hebben opgelopen te maken hebben met onverwachte kosten en gemiste inkomsten. Daarvoor kunnen ze een claim indienen. “De voortgang van de behandeling van een claim lijkt vast te kunnen lopen. De partijen die bij deze procedures betrokken zijn, wijzen desgevraagd vooral naar elkaar als het gaat om de oorzaken van opgelopen vertraging. De eigen rol en verantwoordelijkheid daarin wordt niet of nauwelijks benoemd”, stelt de Nationale ombudsman, die de minister een aantal vragen heeft voorgelegd en binnen vier weken antwoord wil.
Het Ministerie van Defensie benadrukt in een reactie dat veteranen zich ingezet hebben voor vrede en veiligheid en daarvoor goede nazorg verdienen.
“Als veteranen schade hebben ondervonden als gevolg van hun missie, dan krijgen zij die schade vergoed. Zij kunnen hiervoor een onderbouwde claim indienen en Defensie probeert deze claims zo snel mogelijk te verwerken”, zegt woordvoerder Klaas Meijer in een reactie aan De Telegraaf. “Helaas doen zich om tal van redenen soms vertragingen voor. Defensie heeft hier niet altijd invloed op. Het ministerie wacht de uitkomsten van het onderzoek van de ombudsman af en hoopt dat het zal bijdragen aan een snellere afhandeling van claims.”
(De Telegraaf)