Wereldmilieudag
Door UNEP - het milieuprogramma van de Verenigde Naties - is 5 juni ingesteld als Wereldmilieudag (World Environment Day) die sinds 1974 wordt gehouden om overheden, bedrijven en individuen bewust te maken van onze milieuproblemen. De jaarlijkse viering van Wereldmilieudag vindt telkens in een andere stad plaats en heeft een eigen thema.
De mens is door de moderne wetenschap en technologie in staat zijn eigen leefomgeving op ontelbare manieren en op een ongekende schaal te veranderen. De bescherming en verbetering van die omgeving is een groot probleem en heeft wereldwijd invloed op het menselijke welzijn en de economische ontwikkeling. Wereldmilieudag is ingesteld om het bewustzijn hiervan te vergroten en verantwoord gedrag van individuen, bedrijven en overheden aan te sporen tot het behoud en de verbetering van het milieu.
Deze datum is gekozen vanwege het begin van de eerste internationale milieuconferentie in Stockholm van 5 tot en met 16 juni 1972 waarbij de UNEP (United Nations Environment Programme) werd opgericht. Tegenwoordig wordt in meer dan honderd landen Wereldmilieudag gehouden waarbij mensen worden aangespoord actie te ondernemen om onze planeet te redden.
Milieu of omgeving is het geheel van voorwaarden en invloeden die voor het leven van organismen zoals de mens, het dier, de plant en voor levensgemeenschappen van essentieel belang zijn. Het is de omgeving waarin de organismen leven.
Het begrip milieu verwijst onder andere naar de fysieke omgeving, het natuurlijke milieu. De relaties tussen organismen, populaties of levensgemeenschappen en hun omgeving is het centrale thema van de ecologie. Bij de studie van deze voorwaarden en invloeden kunnen biotische en abiotische milieufactoren worden onderscheiden. Lourens Baas Becking formuleerde met betrekking tot het voorkomen van organismen in 1934 de hypothese ‘Alles is overal, maar het milieu selecteert’.
Het begrip milieu verwijst ook naar de relaties binnen populaties van een soort, de intraspecifieke afhankelijkheidsbetrekkingen. De populatiebiologie houdt zich onder andere bezig met de studie hiervan.
Ecosystemen zijn op te delen in twee elkaar beïnvloedende componenten: de levensgemeenschap (het levende of biotische deel) en de biotoop (het fysico-chemische of abiotische deel). Bij de bestudering van het milieu, als onderdeel van een ecosysteem kan onderscheid gemaakt worden tussen biotische milieufactoren - de organismen van andere soorten die invloed kunnen uitoefenen op het leven en een populatie en de andere individuen van dezelfde soort en abiotische milieufactoren - externe factoren die geen biologische oorsprong hebben.
Ecosystemen en landschappen zonder noemenswaardige invloed van de mens heten natuurlijke natuurlandschappen en wildernis.
De mens en zijn activiteiten vormen wereldwijd de meest overheersende biotische milieufactoren, omdat de mens zijn omgeving aanpast aan zijn behoeften en doelstellingen. Tot deze antropogene factoren behoren onder andere ontwateren, ontsluiten, perceleren, kappen, maaien, begrazing, grond bewerken en bebouwen. Gebieden waar de mens zijn directe of indirecte invloed doet gelden heten cultuurlandschap, zoals landbouwgebied (bijvoorbeeld voor akkerbouw, tuinbouw, veeteelt, bosbouw) stedelijk gebied en industriegebieden.
In de betekenis van leefomgeving of leefmilieu van de mens is het milieu het gedeelte van de natuurlijke omgeving (levende en niet levende natuur) waarin het menselijk leven en het menselijk bestaan mogelijk is en plaatsvindt. Daarbij is een belangrijk aspect de relaties binnen de samenleving en tussen de mensen onderling. Het begrip milieu kan dus verwijzen naar de sociale omgeving of de sociale klasse. Er zijn verschillende specialismen die de relatie tussen mens en zijn milieu onderzoeken, zoals de milieuwetenschappen, milieueconomie, milieusociologie en milieufilosofie.
(Bron:Beleven en Wikipedia)