Moskeeën in de zak van dubieuze donateurs
DEN HAAG De financiering van Nederlandse moskeeën uit Islamitische landen als Qatar, Koeweit, SaoediArabië en Turkije is zorgelijk. De landen kopen er invloed er via predikers en lesmateriaal die onze kernwaarden zoals geloofsvrijheid en vrijheid van meningsuiting afwijst. Gematigde moslims worden erdoor verdrukt en geïntimideerd. De financieringsstromen zijn vaak schimmig. Geen enkele overheidsinstelling heeft voldoende zicht op de geldstromen. Het ontbreekt hen aan capaciteit en bevoegdheden om op te treden.
Dat constateert de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen in haar eindrapport (on)zichtbare invloed. De commissie ondervroeg 19 deskundigen en getuigen onderzocht jaarrekeningen en andere documenten. Daarbij kwamen bepaalde geldstromen uit de Golfregio naar Nederland in beeld, oplopend van enkele tienduizenden naar 8 miljoen.
Toch blijft het zicht beperkt, zo moet de commissie vaststellen. Ook blijft onduidelijk hoeveel van de ongeveer 500 moskeeën in Nederland onder invloed staan van dubieuze donateurs, die islamvarianten propageren waarin afvalligen gedood mogen worden en vrouwenbesnijdenis een aanbeveling is. De ondervraagde deskundigen houden het op ongeveer twintig.
Salafistisch gedachtegoed wordt verspreid via informeel moskeeonderwijs, waarbij kinderen tot wel veertien uur per week koranles krijgen. “Kinderen wordt geleerd met de rug naar de Nederlandse samenleving staan”, zegt commissievoorzitter Michel Rog. “Dat gedachtegoed kan wortel schieten en woekeren dankzij buitenlandse financiering.”
De commissie van Tweede Kamerleden heeft na de verhoren aangifte gedaan tegen de Utrechtse alFitrah-moskee. Met de stichting lag de commissie voor de verhoren al tweemaal bij de rechter in de clinch, omdat de moskee weigerde gevorderde stukken te overhandigen. Mogelijk verdenkt de commissie imam Suhayb Salam van meineed. Niet alleen financiering vanuit de Golfregio is problematisch, vindt de onderzoekscommissie. Ook de financiering van de 148 Turkse moskeeën vanuit de Turkse overheid is volgens de commissie onwenselijk. “De commissie constateert dat de invloed van de Turkse overheid leidt tot sociale druk en intimidatie in Nederland. Groeperingen als Koerden, Armeniërs, alevieten
Advertentie en Gülensympathisanten zijn daar het slachtoffer van.”
Juist de schimmigheid is het probleem, constateert de commissie. Buitenlandse financiering is niet verboden. Geldstromen lopen via stichtingen, die amper registratieplicht hebben of simpelweg niet voldoen de voorwaarden om als goededoelenorganisatie te worden aangemerkt. Gemeenten en toezichthouders hebben beperkte bevoegdheden en capaciteit om de antidemocratische praktijken in moskeeën en islamscholen aan te pakken.
De ondervragingscommissie, onder leiding van CDAKamerlid Rog, heeft geen antwoord op de vraag wat er tegen de ongewenste beïnvloeding kan worden gedaan. Ja, de islamitische organisaties zelf ‘kunnen’ afzien van buitenlandse financiering en hun predikers beter screenen. Welke maatregelen de overheid moet nemen, bijvoorbeeld het verbieden van buitenlandse financiering, vergt een ‘politiek oordeel’. “Dit rapport is de kickstart voor politiek debat”, zei Rog. Juist het gebrek aan een politiek oordeel was voor PVVKamerlid Edgar Mulder de reden om in de eindfase uit de onderzoekscommissie te stappen. (De Telegraaf)