1 juli 1863: De dag van het grote bedrog
Reeds vele jaren vieren en herdenken Surinamers van Afrikaanse afkomst van wie de voorouders op de plantages in de kolonie Suriname hebben gewerkt op 1 juli Keti Koti. Velen hebben er nooit echt bij stilgestaan waarom steeds op 1 juli Keti Koti wordt gevierd en/of wordt herdacht. Door omstandigheden in de kosmos zal het dit jaar niet mogelijk zijn om 1 juli 2020 als Keti Koti-dag volop, met alles er op en er aan te vieren. Dit maakt het mogelijk om aan de herdenking van deze dag voor de volle honderd procent aandacht te besteden in de vorm van bezinning, vooral omdat volgens de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) op 1 juli niets te vieren valt.
In een aankondiging van 3 oktober 1862 heeft de toenmalige GouvernementsSecretaris J.E. Wesenhagen namens de toenmalige Gouverneur Reinhart Frans van Lansberge een mededeling aan de ‘slavenbevolking’ gedaan waarin onder meer het volgende was opgenomen. De proclamatie was overigens namens de toenmalige Nederlandse koning Willem III gedaan:
1. Op 1 juli 1863 zouden de tot slaaf gemaakte Afrikanen, onze voorouders, na eeuwenlange slavernij vrij zijn;
2. De verwachting was opgenomen dat de vrijgemaakten ordelijk en ondergeschikt aan het bestuur hun plichten als vrije mensen zouden voldoen;
3. De vrijgemaakten zouden een billijk loon ontvangen, waarmee zij zichzelf en hun gezinnen zouden kunnen onderhouden.
Dit waren de drie belangrijkste beloften die in de proclamatie waren opgenomen en daarna absoluut niet door de koloniale bestuurders zijn ingelost. In plaats daarvan moesten de meeste vrijgemaakten nog tien jaar tegen een hongerloon en racistische verhoudingen keihard suiker, koffie, katoen, cacao en andere goederen blijven produceren ten bate van de Nederlandse economie.
Herstelbetalingen planters
aan
Onze voorouders hebben generaties, zeker vanaf 1630 tot en met 1873 onder mensonterende omstandigheden op plantages gewerkt en hebben in die periode ervoor gezorgd dat er miljarden euro’s aan waarde van veelal agrarische grondstoffen vooral naar Amsterdam zijn gestroomd. De zogenaamde planters, die in Suriname nooit een plantje in de grond hebben gestoken, hebben nog voor het einde van de formele afschaffing van de slavernij een compensatie van de Nederlandse regering voor de vrijmaking van de tot slaaf gemaakten ontvangen. In totaal is het bedrag van 9.867.780,00 florijnen aan de houders van tot slaaf gemaakte Afrikanen uitgekeerd, wat neerkomt op een bedrag aan koopkracht van de euro van 237.743.031. Voor dit bedrag zijn uiteindelijk 32.911 Afrikanen vrijgekocht.
De 32.911 tot slaaf gemaakten die rond 1 juli 1863 zijn geteld, hebben geen cent als compensatie, tegemoetkoming of startkapitaal van de Nederlandse regering of van welke derde partij dan ook ontvangen. Zij hebben in tegenstelling tot de contractarbeiders uit Azië, die in Suriname zijn gebleven, geen grond, geen werktuigen en ook geen startkapitaaltje ontvangen. Zij werden simpelweg aan hun lot overgelaten en moesten het verder maar zelf uitzoeken.
De Nationale Reparatie Commissie Suriname is van mening dat de 1 juli 2020 herdenking in het kader van de volgende issues zou kunnen staan: Onderzoek naar het feit wanneer de eerste Afrikaan voet op de Surinaamse bodem zette. De NRCS is er voorstander van dat deze dag wordt herdacht, maar dat ook de dag van de werkelijke collectieve stop van de slavernij, namelijk 1 juli 1873 wordt herdacht. De collectieve voorbereidingen die in ons land moeten worden gedaan in verband met de excuses en reparaties die de Nederlandse regering en/of de Gemeente Amsterdam en/ of de Gemeente Rotterdam op 1 juli 2021 wensen te doen in het kader van het Nederlandse slavernijverleden.
De NRCS maakt ook op weg naar 1 juli 2020 gebruik van de gelegenheid om haar solidariteit uit te spreken met de nu internationale beweging tegen racisme en geweld, de Black Lives Matterbeweging. De Nationale Reparatie Commissie Suriname wenst tot slot de gehele Surinaamse gemeenschap, waar ook ter wereld, een bezinningsvolle 1 juli 2020 toe.
De volgende organisaties ondersteunen deze 1 juliverklaring van de NRCS: Landelijk Platform Slavernijverleden (Nederland)
Comité Boni (Nederland) Comité Boni (Suriname) Stichting Grani (Nederland) Stichting Instituut Win voor Multiculturele Ontwikkeling (Nederland)
Stichting Instituut Win voor Multiculturele Ontwikkeling (Suriname)
Stichting Black Success Suriname