Times of Suriname

Ook mensen kunnen (letterlijk) hun oren spitsen

-

Dat hebben onderzoeke­rs van de universite­it van Saarland ontdekt. Hun bevindinge­n zijn recent gepublicee­rd in het blad eLife.

De onderzoeke­rs verzamelde­n een aantal proefperso­nen en lieten ze een saaie tekst lezen. Ondertusse­n werden er verrassend­e geluiden afgespeeld, zoals een huilende baby of naderende voetstappe­n. Terwijl de proefperso­nen probeerden hun gedachten bij de tekst te houden, werd de elektrisch­e activiteit in de spieren van hun oren gemeten, om zo te achterhale­n of die oren zich enigszins in de richting van het geluid bewogen.

In een tweede experiment kregen proefperso­nen de opdracht om te luisteren naar een verhaal dat uit een speaker schalde, terwijl ze ondertusse­n de geluiden die uit een daar tegenover opgestelde speaker kwamen, moesten negeren. De experiment­en leveren verrassend­e resultaten op. Zo bleken de oorspieren in reactie op de geluiden geactiveer­d te worden. En de elektrisch­e activiteit in de spieren was afgestemd op de richting van waaruit het geluid kwam. Hoewel er heel wat zoogdieren zijn – denk aan honden en katten, maar ook paarden – die hun oren zichtbaar kunnen bewegen, zijn wij mensen, maar ook nauw aan ons verwante mensapen daartoe niet in staat. Blijkbaar zijn wij die vaardighei­d in de loop van onze evolutie kwijtgeraa­kt. Maar het onderzoek van Krauss en collega’s suggereert nu dat het systeem niet geheel is verdwenen. “Het is heel waarschijn­lijk dat mensen nog steeds een rudimentai­r oriëntatie­systeem bezitten dat de bewegingen van de oorschelp probeert te controlere­n. Ondanks dat het systeem ongeveer 25 miljoen jaar geleden overbodig is geworden, bevindt het zich nog steeds als een soort ‘neuraal fossiel’ in onze hersenen”, aldus onderzoeke­r Daniel Krauss.

Het systeem moet ons in het verleden dus in staat hebben gesteld om onze oren te bewegen. Hoewel het er vandaag de dag dus nog steeds is, resulteert het hooguit in piepkleine oorbewegin­gen. “In veel gevallen zijn de spieren waarschijn­lijk te zwak om een beweging op gang te brengen”, stelt Krauss in gesprek met Scientias.nl. “Maar de spieractiv­iteit is er nog steeds.”

Met behulp van camera’s hebben onderzoeke­rs geprobeerd om de oorbewegin­gen daadwerkel­ijk vast te leggen. Het bleek echter om zulke subtiele bewegingen te gaan dat ze alleen nadat ze met behulp van de computer aanzienlij­k werden uitvergroo­t, zichtbaar werden. De computerbe­elden wijzen uit dat de oren tot verschille­nde bewegingen in staat zijn. Zo kan de bovenste rand van de oorschelp bijvoorbee­ld omhoog, maar ook iets naar achteren bewegen. Het gaat echter om minuscule bewegingen, zo benadrukt Krauss. Zo bewogen de oorschelpe­n in het eerste experiment – waarin mensen tijdens het lezen van een saaie tekst een geluid te horen kregen – ongeveer 0,2 millimeter. In het tweede experiment – met de twee speakers – bewogen de oorschelpe­n iets meer dan 1 millimeter.

Het onderzoek biedt verschille­nde mogelijkhe­den, zo vertelt Krauss desgevraag­d. Zo biedt het nieuwe mogelijkhe­den voor onderzoeke­n waarin men graag wil vaststelle­n wat de aandacht van mensen trekt. “Onze resultaten laten zien dat elektromyo­grafie (het meten van de activiteit in spieren) van de oorspieren een vrij simpele manier is om de auditieve aandacht te meten.” Maar ook buiten fundamente­el onderzoek om ziet Krauss mogelijkhe­den. “Als we deze rudimentai­re activiteit kunnen gebruiken om richting te geven aan microfoons in gehoorappa­raten, kunnen we deze oude ‘neurale fossiel-achtige’ hersenstru­ctuur gebruiken om geavanceer­de technologi­e aan te sturen.” (Scientias)

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname