Samenleving heeft verlaging wisselkoers deels zelf in de hand Verlaagde druk betalingsbalans verwacht met oliedollars
PARAMARIBO - De samenleving kan zelf een behoorlijke bijdrage leveren aan het omlaag stuwen van de wisselkoers door productiesectoren verder te ontwikkelen. Feit is dat de exportwaarde omhoog moet en de druk op de betalingsbalans omlaag. Met een overschot op de betalingsbalans kan er appreciatie van de Surinaamse munt plaatsvinden. Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank van Suriname, verwacht dat met de verwachte inkomsten uit de offshore olie-industrie de exportwaarde sowieso omhoog gaat en er een overvloed aan kostbare Amerikaanse dollars in het land komen. Tot en met 2025 zullen andere macro-economische aspecten doorslaggevend zijn.
“Stelt u zich eens voor dat we van de geprojecteerde oliedollars die zijn geprojecteerd vanaf 2025, nu een groot deel al naar voren kunnen halen, en dat die behoefte veel meer is dan de behoefte die we met zijn allen hebben en tevens nog wat we met zijn allen samen exporteren. Als die situatie zich voordoet, dan betekent het dus wel dat je middels een dermate overschot, een appreciatie krijgt”, legt de bankpresident uit.
Net als president Chandrikapersad Santhoki tilt hij zwaar aan importvervanging, waarbij lokaal heel wat producten worden gefabriceerd die niet langer in het buitenland gekocht hoeven te worden. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan terugdringing van valutaschaarste. Productie-uitbreiding zorgt voor nog meer import van valuta, en in combinatie met de verwachte oliedollars is het de verwachting dat over enkele jaren een aanzienlijk verschil op de betalingsbalans zal moeten optreden. “Er zijn zoveel andere macroeconomische aspecten die we natuurlijk ook zelf in de hand hebben om in ieder geval die stijging te mitigeren. Omlaag krijgen kan alleen, omdat de berekening die we maken en het uitgangspunt ook de betalingsbalans is, als we dermate overschotten hebben. We moeten eigenlijk gaan nadenken: ‘hoe gaan we die overschotten verdelen of wat gaan we ermee doen’.”