Rijke landen kopen meer vaccins dan ze nodig hebben
Negen op de tien mensen in lage- en middeninkomenslanden zullen niet in 2021 gevaccineerd geraken. Volgens de coalitie, People’s Vaccine Alliance, is dat het gevolg van het feit dat rijke landen veel meer dosissen van het vaccin aankopen dan nodig om hun bevolking te vaccineren.
De alliantie bestaat uit organisaties zoals Amnesty International, Global Justice Now, Free the Vaccine, the Yunus Centre, Frontline AIDS, Oxfam, SumOfUs en Unaids.
Ze roepen fabrikanten van het vaccin op om hun intellectuele eigendom en technologie openlijk te delen en de geproduceerde vaccins eerlijk te verdelen.
Volgens People’s Vaccine Alliance slagen arme landen er niet in grote hoeveelheden van het vaccin aan te kopen. Ze berekenden dat meer dan de helft (53 procent) van de meest veelbelovende vaccins al is opgekocht door rijke landen – die zelf slechts 14 procent van de wereldpopulatie uitmaken.
96 procent van het PfizerBioNTech vaccin – dat voor 95 procent beschermt – is al aangekocht door rijke landen. Oxford-AstraZeneca heeft beloofd 64 procent van de doses van haar vaccin voor te behouden voor landen in ontwikkeling. Maar de People’s Vaccine Alliance meldt dat Oxford-AstraZeneca slechts 18 procent daarvan zal klaar hebben in 2021. Bovendien zijn de meeste deals die ze hebben gesloten met grote landen zoals India en China. De kleine zogenaamde ontwikkelingslanden zijn afhankelijk van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en hun COVAXprogramma. Zij zijn al zeker van 700 miljoen doses, maar dat is slechts voldoende voor 10 procent van de mensen in 67 van de meest arme landen. “Niemand zou mogen worden afgesneden van een levensreddend middel vanwege het land waarin ze leven of het geld dat ze in hun zakken hebben”, zegt Anna Marriott van Oxfam. “Tenzij er snel nog iets grondig verandert, zullen miljarden mensen geen vaccin tegen COVID-19 te pakken krijgen gedurende jaren.”
De 67 landen die volgens de alliantie uit de boot vallen zijn geen landen zoals de midden-inkomenslanden Brazilië, Indonesië of Vietnam, die er zelf ook in geslaagd zijn om bilaterale deals te sluiten.
Het gaat om de landen Afghanistan, Angola, Algerije, Benin, Bhutan, Burundi, Burkina Faso, Kaapverdië, Cambodja, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad, Comoren, Republiek Congo (Brazzaville), Ivoorkust, Democratische Republiek Congo, Djibouti, Eritrea, Ethiopië, Eswatini, Gambia, Ghana, Guinee, GuineeBissau, Haïti, Kenia, Kiribati, Democratische Volksrepubliek Korea, Kirgizische Republiek, Laos, Lesotho, Liberia, Madagascar, Malawi, Mali, Mauritanië, Micronesië, Moldavië, Mongolië, Mozambique, Myanmar, Niger, Nigeria, Pakistan, Papoea-Nieuw-Guinea, Rwanda, Sao Tomé en Principe, Senegal, Sierra Leone, Salomonseilanden, Somalië, Zuid-Soedan, Sri Lanka, Soedan, Syrië, Tadzjikistan, Tanzania, Oost-Timor, Togo, Tunesië, Oeganda, Oekraïne, Vanuatu, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Jemen, Zambia en Zimbabwe. (MO* Magazine)