Rapport: “Azerbeidzjan en Armenië gebruikten willekeurig geweld tegen burgers”
ARMENIЁ Armenië en Azerbeidzjan hebben zich in de strijd om de betwiste enclave NagornoKarabach schuldig gemaakt aan het herhaaldelijk gebruiken van willekeurig geweld tegen burgers. Dat stelde Amnesty International gisteren in een rapport.
Volgens Amnesty gebruikten strijdkrachten van beide landen onnauwkeurige wapens, waaronder clustermunitie en explosieve wapens, in gebieden waar burgers wonen. Hiermee hebben zij het internationaal recht geschonden, stelt de mensenrechtenorganisatie.
Amnesty onderzocht zeventien aanvallen door beide landen. Hierbij kwamen tussen eind september en begin november tenminste 146 burgers om het leven, onder wie kinderen en ouderen.
Beide landen ontkennen onnauwkeurige wapens te hebben gebruikt. Ook stellen de autoriteiten van de landen dat zij geen willekeurige aanvallen op burgergebieden hebben uitgevoerd. De mensenrechtenorganisatie stelt echter voldoende bewijs te hebben en sprak met 79 overlevenden, getuigen, autoriteiten en journalisten. Ook werden satellietbeelden, video’s en foto’s van het gebied geanalyseerd. Zo doodden strijdkrachten van Armenië ruim 21 burgers in de Azerbeidzjaanse stad Ganja, vlak bij een bufferzone rondom NagornoKarabach, stelt Amnesty. Azerbeidzjan maakte zich schuldig aan het dagelijks uitvoeren van meerdere aanvallen op hoofdstad Stepanakert, onder meer met clusterbommen. Hierbij vielen tientallen doden en gewonden en werd een groot deel van de stad met de grond gelijk gemaakt.
Amnesty eist dat Armenië en Azerbeidzjan een onpartijdig onderzoek instellen naar het gebruik van zware explosieven in gebieden waar burgers wonen. “Nu veiligheidsregelingen worden uitgewerkt, is het cruciaal dat de verantwoordelijken voor deze schendingen snel ter verantwoording worden geroepen”, stelt Marie Struthers van de organisatie. (NU)