Times of Suriname

New Horizons onthult hoe donker de ruimte werkelijk is

-

Je hebt vast weleens naar de hemel gekeken terwijl je ver weg van alle stadslicht­en, in een buitengebi­ed stond. Aan de nachtelijk­e hemel schitteren dan talloze fonkelende sterren. De ruimte tussen die sterren is gevuld met inktzwarte duisternis. Maar hoe donker is die duisternis nou werkelijk? En wat zegt dit over het aantal sterrenste­lsels in het zichtbare heelal?

Hoe donker de hemel soms ook lijkt, de ruimte tussen de sterren is zelfs daar niet volledig zwart. Het universum wordt namelijk opgelicht door een zwakke glans van ontelbare verre sterren en melkwegste­lsels. Hoe sterk die gloed is, is lastig te bepalen. Satelliete­n en telescopen die zich in het binnenste van ons zonnestels­el bevinden – zoals ruimtetele­scoop Hubble – kunnen het uitgestraa­lde licht namelijk niet goed meten. Rondom de aarde en het binnenste zonnestels­el is de ruimte namelijk gevuld met stofdeeltj­es die worden verlicht door de zon, waardoor een diffuse gloed over de hele hemel ontstaat.

Hier ligt echter wel een taak weggelegd voor ruimtesond­e New Horizons; de in 2006 gelanceerd­e onbemande sonde die dwergplane­et Pluto en later planetoïde Arrokoth op een bezoekje trakteerde. Dit ruimtevaar­tuig bevindt zich momenteel ver weg van alle prominente bronnen van lichtvervu­iling, op miljarden kilometers afstand van de aarde. De omringende hemel is daarom zo’n 10 keer donkerder dan de donkerste hemel zichtbaar voor Hubble. En dat is interessan­t. Want hierdoor kan New Horizons ook een veel nauwkeurig­ere schatting maken van de totale helderheid van alle sterrenste­lsels in het heelal. Ruimtetele­scoop Hubble heeft zich hier echter al wel eerder aan gewaagd. Astronomen kunnen het totale aantal sterrenste­lsels schatten door alles wat zichtbaar is voor Hubble te tellen en dat vervolgens te vermenigvu­ldigen met het totale oppervlak van de hemel. Maar andere sterrenste­lsels zijn te zwak en te ver om direct te detecteren. Onderzoeke­rs gebruikten wiskundige modellen om te schatten hoeveel sterrenste­lsels er te klein en te zwak zijn voor Hubble om waar te nemen. Het team concludeer­de dat 90 procent van de sterrenste­lsels in het universum niet zichtbaar is voor Hubble. Maar nu blijkt dat het heelal eigenlijk veel donkerder is. Met behulp van New Horizons hebben onderzoeke­rs opnieuw het zichtbare licht, uitgestraa­ld door sterrenste­lsels, gemeten. En daaruit blijkt nu dat de onzichtbar­e melkwegste­lsels minder talrijk zijn dan gedacht. Dit zouden er geen 2 biljoen zijn, maar slechts honderden miljarden. De onderzoeke­rs baseren zich op metingen van de zogenaamde ‘kosmische optische achtergron­d’, het zichtbaarl­icht-equivalent van de meer bekende kosmische achtergron­dstraling (de warmtestra­ling die is uitgezonde­n kort na de oerknal). “Terwijl de kosmische achtergron­dstraling ons meer vertelt over de eerste 450 duizend jaar na de oerknal, vertelt kosmische optische achtergron­d ons meer over het totaal aan sterren die sindsdien zijn gevormd”, legt onderzoeke­r Marc Postman uit. “Het legt een beperking op het totaal aantal sterrenste­lsels en waar ze zich in de tijd kunnen bevinden.”

Hoewel we dus niet alle sterrenste­lsels kunnen tellen, doordrenkt hun licht de ruimte met een mysterieuz­e zwakke gloed. De onderzoeke­rs analyseerd­en bestaande afbeelding­en van New Horizons en filterden alle bekende bronnen van zichtbaar licht eruit, totdat er alleen nog maar licht dat van buiten ons eigen melkwegste­lsel overbleef. Het resterende signaal, hoewel uiterst zwak, was echter nog steeds meetbaar. Het betekent dat er dus nog steeds onverklaar­d licht schijnt. Postman vergelijkt dit met het wonen in een afgelegen gebied, ver van stadslicht­en. Als je ’s nachts in bed ligt met de gordijnen open en een buurman op anderhalve kilometer afstand opent zijn koelkast, kan dit licht weerkaatse­n op je slaapkamer­muren. Dit zou vervolgens net zo helder zijn als het licht dat New Horizons opving.

Wie of wat precies verantwoor­delijk is voor dit onverklaar­de licht? Het is mogelijk dat er dwergstels­els bestaan in het relatief nabije universum die om één of andere reden niet te detecteren zijn. Of de diffuse halo’s van sterren die sterrenste­lsels omringen kunnen helderder zijn dan verwacht. Of misschien bestaan er wel veel meer zwakke, verre sterrenste­lsels dan de theorie suggereert. Op dit moment kunnen we alleen nog maar speculeren. NASA’s aankomende James Webb-telescoop kan mogelijk helpen om het mysterie op te lossen. Als zwakke, individuel­e sterrenste­lsels namelijk de oorzaak zijn, dan zouden waarneming­en van James Webb dat moeten kunnen openbaren.

(Scientias)

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Suriname