Uber en Airbnb moeten belastingen inhouden
Wie via Uber of Airbnb zijn diensten aanbiedt, zal een stukje van zijn inkomsten naar de fiscus zien vloeien.
BRUSSEL | De zogenoemde deeleconomie, waarvan taxidienst Uber en logiedienst Airbnb de bekendste exponenten zijn, wordt almaar populairder. Maar ze vormen tegelijkertijd forse concurrentie voor de reguliere econo- mie. Om de concurrentie met die economie – waar belastingen en sociale bijdragen betaald moeten worden – eerlijk te houden, heeft de regering nu besloten om een specifieke belasting in te voeren voor de deeleconomie. Vandaag moeten aanbieders van diensten op die deelplatformen in principe hun inkomsten vermelden in hun belastingaangifte om zo belast te worden. Maar in de praktijk gebeurt dat zeker niet altijd. Daarom heeft de regering-Michel besloten om de professionele tussenpersonen zoals Uber en Airbnb te verplichten om een deel in te houden van het bedrag dat de aanbieder van de taxidienst of kamer normaal zou krijgen. De tussenpersonen zullen dus een bronheffing moeten inhouden. Bovendien moet er per dienstverrichter een fiche gemaakt worden voor de fiscus met daarop vermeld hoeveel die verdiend heeft het voorbije jaar en hoeveel belastingen daarop werden ingehouden. Het percentage aan bronheffing dat zal worden ingehouden, is nog niet bepaald. De vier betrokken ministers – Kris Peeters (Economie), Alexander De Croo (Digitale Agenda), Johan Van Overtveldt (Financiën) en Willy Borsus (Mid- denstand en Zelfstandigen) – moeten daarover nog een akkoord bereiken. Er is ook bepaald dat zodra de inkomsten van de dienstverlener een bepaalde drempel overschrijden, hij gewoon tegen het progressief tarief in de personenbelasting belast zal worden. Dan zal hij bovendien onder de toepassing van de sociale zekerheid vallen. Maar ook de hoogte van dat plafond moet nog door de vier betrokken ministers vastgelegd worden. De maatregel moet dit jaar nog 20 miljoen euro in het laatje brengen.