Klimaatbeleid amper duurder dan niets doen
Lagere energiekosten compenseren de uitgaven voor een klimaatbeleid bijna volledig, blijkt uit een studie van twee bureaus in opdracht van de Vlaamse overheid.
BRUSSEL | De studie, die van 2014 dateert maar nu pas publiek is gemaakt, berekent verschillende scenario’s voor het Vlaamse klimaatbeleid. Daarbij wordt een scenario business as usual, waarbij er geen nieuwe maatregelen worden genomen, vergeleken met een scenario dat zo veel mogelijk aansluit bij een daling van de broeikasgassen met veertig procent, het engagement dat Europa tijdens de klimaattop van Parijs op zich heeft genomen. Daaruit blijkt dat Vlaanderen een aanzienlijke inspanning zal moeten doen om de Europese doelstellingen te halen. Er is nood aan ambitieuze renovatieprogramma’s voor bestaande gebouwen, aan meer openbaar vervoer en andere mogelijke manieren om de Vlaming uit de auto te krijgen. Voor de industrie pleiten de onderzoekers voor de ontwikkeling van warmtenetten, het bevorderen van hernieuwbare energie en het handhaven van ‘energiebesparende maatregelen met korte te- rugverdientijd’. In de energieproductie kennen ze een groot belang toe aan biomassacentrales. Die zijn nochtans omstreden omdat ze grote bedragen aan groenestroomcertificaten vereisen. Vlaanderen heeft ook de steun van Europa nodig. Daar ligt de bevoegdheid om de regels voor de CO2-uitstoot van bijvoorbeeld het autoverkeer aan te scherpen. Maar het resultaat van die inspanningen zal toch geen torenhoge factuur zijn, zeggen de onderzoekers. Hogere kosten voor investeringen in klimaatbeleid worden terugverdiend door lagere uitgaven aan energie. Wie niets doet, zal toch de hogere energiekosten moeten dragen. Vlaams Parlementslid Hermes Sanctorum (Groen) ziet in de studie een aanleiding om de lat hoog genoeg te leggen. ‘Dat de gevolgen van klimaatverandering veel duurder kunnen zijn dan de investering in een klimaatneutrale samenleving, is al langer bekend. Maar deze studie toont ook aan dat het voor Vlaanderen simpel evenveel kost om voort te doen aan het huidige beleidstempo, dan meteen werk te maken van een ernstig klimaatbeleid’, zegt hij. ‘Dit is een kans die de regering niet kan laten liggen. Daarom is het onbegrijpelijk dat deze studie anderhalf jaar op het bureau van klimaatminister Joke Schauvliege (CD&V) bleef liggen zonder dat er iets mee gebeurde.’
‘Onbegrijpelijk dat deze studie anderhalf jaar op het bureau van minister Schauvliege bleef liggen’