Na de show, hoog tijd voor actie
150 LANDEN ONDERTEKENEN VANDAAG KLIMAATAKKOORD Vandaag ondertekenen waarschijnlijk 150 landen het klimaatakkoord dat vorig jaar in Parijs werd gesloten. Een diplomatieke triomf, maar kan het verdrag zijn hoge ambities waarmaken?
1. Wat is in Parijs precies afgesproken?
De belangrijkste zin in het akkoord is dat we met z’n allen de opwarming van de aarde well below – flink onder – 2 graden gaan houden. De wetenschappers van het VN-klimaatpanel hebben altijd gezegd dat de temperatuur in 2100 best niet meer dan 2 graden hoger is dan in pre-industriële tijden. Anders dreigen delen van de aarde onleefbaar te worden. Met die well below is de 2-gradenambitie aangescherpt. Het gevolg is dat alle landen hun uitstoot van broeikasgassen snel moeten verminderen. In de tekst staat dat de wereld in de tweede helft van de 21ste eeuw klimaatneutraal moet zijn. Dat betekent dat ze niet meer broeikasgassen mag uitstoten dan ze kan afbreken of opvangen. Maar Parijs legt geen enkel land verplichtingen op. Iedereen moet zelf zijn ambities aangeven. Die plannen moeten wel transparent zijn en zullen op gezette tijden worden geëvalueerd. Wie zich niet aan zijn afspraken houdt, krijgt de wereldopinie over zich heen: het naming-and-shaming-principe.
2. Hoe realistisch is ‘flink onder’ 2 graden?
Het is een erg ambitieuze doelstelling. Voorlopig gelooft bijna niemand dat ze gehaald wordt. Jeffrey Sachs, directeur van het Earth Institute, merkte deze week terecht op dat geen enkel land op dit moment verder kijkt dan 2030. Ter herinnering: 2015 was het warmste jaar sinds het begin van de metingen. Op dit moment is de aarde al 1 graad warmer dan in pre-industriële tijden. Volgens de Nasa lag de gemiddelde temperatuur in februari 2016 zelfs 1,34 graden hoger dan de gemiddelde temperatuur in de periode 19511980.
3. De wereld is dus niet goed bezig?
Er zijn hoopvolle signalen. Voor het tweede jaar op rij volgen de broeikasgassen de economische groei niet meer. In 2015 groeide de wereldeconomie met 3 procent, terwijl de uitstoot van broeikasgassen stabiel bleef. De fossiele brandstoffen zitten duidelijk in het defensief. 90 procent van de nieuwe elektriciteitsproductie in 2015 kwam uit hernieuwbare bronnen. China, ’s werelds grootste vervuiler, maakt sprongen voorwaarts. Peking investeerde vorig jaar een recordbedrag van bijna 100 miljard euro in groene energie. Steenkool blijft populair, maar neemt wel af. Ook India is de toptien van groene investeerders binnengekomen. Er zijn 33 gigantische zonneparken in aanbouw. En ook in de VS draait twee derde van de nieuwe elektriciteitscentrales op wind- of zonne-energie. De omslag naar groene energie wordt zeker gemaakt. De vraag blijft of hij op tijd gebeurt.
4. Wat zijn de grootste gevaren?
De VS blijven kwetsbaar. Als een Republikein president wordt, is de kans reëel dat hij het Verdrag van Parijs bij het groot huisvuil zet. Ted Cruz is een klimaatontkenner, Donald Trump doet minstens alsof. Ook het Hooggerechtshof heeft Obama’s ambitieuze energieplan in de koelkast gestoken. Bij de Amerikaanse bevolking groeit in elk geval het bewustzijn dat de opwarming een reëel probleem is. Velen ondervinden de gevolgen aan den lijve: droogtes worden erger en tornado’s krachtiger. Ook binnen de Republikeinse partij zitten ‘ groene’ bestuurders. De Europese Unie – lange tijd voorloper in de klimaatstrijd – daarentegen dreigt te verslappen. Als de EU haar klimaatdoelstellingen (een reductie van 40 procent tegen 2030) niet verhoogt, is de wereld sowieso op weg naar een opwarming van meer dan 2 graden.
5. Wanneer treedt het verdrag in werking?
Bij de Amerikanen groeit het bewustzijn dat de opwarming een reëel probleem is
Als minstens 55 landen niet alleen ondertekenen, maar ook ratificeren. Die landen moeten ook 55 procent van de wereldwijde uitstoot voor hun rekening nemen. Het is dus belangrijk dat de grote vervuilers – China, de VS, de EU, India en Rusland – aan boord zijn. China en de VS stoten samen 38 procent van de broeikasgassen uit. Christiana Figueres, de klimaatchef van de VN, is ervan overtuigd dat het Verdrag in 2018 van start kan gaan. Dat is vroeger dan verwacht.