De Standaard

Het clichélied der Vlaamse zonen

In zijn tweede roman, voert Joachim Pohlmann drie generaties Vlamingen op. Het resultaat is mislukt.

- Schrijver, woordvoerd­er van Bart De Wever en columnist van drie generaties Vlamingen: de collaborat­eur tijdens de Tweede Wereldoorl­og, de communisti­sche student in de jaren zestig en de nihilistis­che bankier anno nu. een mislukte poging om de geschieden­is

Wat vermag de roman? De innerlijke drijfveren van mensen, hun tegenslage­n, liefdes, geluk, wreedheid en onvermogen, (politieke) veranderin­gen, oorlog, vrede en morele dilemma’s te verbeelden met diepgang en op stilistisc­h vernuftige wijze. Joachim Pohlmann (1981) doet dat alles helaas niet in zijn tweede roman met de abstracte titel Een unie van het eigen. Hij gebruikt de roman waarvoor die niet geschikt is: gelijk krijgen. En hij meent dat als hij iets maar vaak genoeg zegt, men het wel zal geloven; een retorische truc die getuigt van minachting voor zijn lezers. Pohlmann presenteer­t drie mannen, die ieder voor een generatie Vlamingen staan. De nihilistis­che bankier Armin Ickx, met BMW, secretares­se en geld, werkzaam in een Brussels kantoorkol­os, heeft geen ruimte in zijn leven voor de liefde. Armin bombardeer­t de lezer met open deuren en vage theorietje­s waarin tot treurens toe de woorden systeem, technologi­e en individu vallen. Hij is de geglobalis­eerde mens die denkt los te zijn van zijn wortels. Dan is er zijn vader Rolf Verdickt, in zijn studentent­ijd communist en later informant voor de DDR. Hij is niet zo tevreden met zichzelf als zijn zoon; zijn politieke ‘afwijking’ leidt tot depressies waarvoor hij zich jarenlang moet laten behandelen. En dan is er oom Mon, die zich vrijwillig inschreef voor het Oostfront en zich later inzet voor de Vlaams-nationalis­tische beweging. Terwijl Mon zich beklaagt over het lot van zijn mede-SS’ers in Polen probeert de schrijver medeleven voor hem op te wekken. Mons vader Charles werd rijk van handel met de bezetter en gaat verbitterd door het leven vanwege het onrecht dat hem na de oorlog is aangedaan. Niet één keer denken Mon en Charles (die zich later ostentatie­f Karel noemt) aan het lot van de Belgische Joden.

Stilistisc­h pover

Allemaal ‘foute’ mannen zou je dus kunnen zeggen. Ware het niet dat de schrijver een uitweg schetst. Rolf is namelijk een bastaardki­nd van een Duitse soldaat en gaat voor hij sterft op zoek naar zijn wortels. Zijn linkse ideeën hebben hem niets gebracht, hij vindt een uitweg in zijn Duitse af-

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium