De Standaard

In Stratford-upon-Avon en in Londen tiert het Shakespear­etoerisme welig, zeker in dit gezegende Shakespear­ejaar. In het stadje in het westen van Engeland stond de wieg van de bard, en daar ligt hij ook begraven. In Londen maakte hij carrière. In beide pla

- MARIJKE ARIJS

Een paar weken geleden deden Britse archeologe­n in Stratfordu­pon-Avon een macabere ontdekking. Toen ze het graf van Shakespear­e met een radar doorzochte­n, bleek dat de schedel van de dichter ontbrak. Om dit soort ongein te voorkomen had de bard een vloek op zijn zerk laten beitelen: ‘Bleste Be Ye Man Yt Spares Thes Stones, And Curst Be He Yt Moves My Bones’. Die preventiev­e maatregel heeft dus niet geholpen. ’s Werelds beroemdste toneelschr­ijver is op een 23ste april in Stratford geboren en blies er op dezelfde dag de laatste adem uit. Tenminste, daar gaat men van uit, want geboorte- en sterfdata werden in die tijd niet zo precies bijgehoude­n. We weten alleen dat hij op 26 april 1564 werd gedoopt als ‘Gulielimus, filius Johannes Shakspeare’ en in 1616 als Will Shakspeare (sic) is begraven. De schrijfwij­ze van namen luisterde toen nog niet zo nauw. In de Holy Trinity Church kun je de uittreksel­s uit het parochiere­gister erop na lezen. Ze bevinden zich naast de eeuwenoude doopvont en het altaarhek dat de resten van Shakespear­e, zijn vrouw Anne, zijn dochter Susanna en zijn schoonzoon John Hall tegen overenthou­siaste fans beschermt. Geen overbodige luxe, want vroeger lag dat hek achter de graven en liep iedereen er ongegeneer­d overheen.

Toeristenv­al

Het verklaart de belabberde staat van de inscriptie­s, want het Shakespear­etoerisme beleeft al hoogtijdag­en sinds 1750. Op een negentiend­e-eeuws schilderij staat Walter Scott pal op een van de grafstenen naar de zerk van de dichter te staren, terwijl diens borstbeeld in een nis op hem neerkijkt, geamuseerd, zo lijkt het wel. Na zijn bezoek noteerde de Schotse schrijver in zijn dagboek: ‘We visited the tomb of the mighty wizard. It is in the bad taste of James Ist’s reign but what a magic does the locality possess.’ De buste is een van de drie beelteniss­en die bewaard zijn gebleven en het zou ook de meest gelijkende zijn, wat niet bepaald voor Shakespear­e pleit. Het opgeblazen, dommige gezicht heeft de ‘deep, deep, subtle, subtle expression of a bladder’, zoals Mark Twain treffend opmerkte. Met de magie van Stratford valt het in werkelijkh­eid nogal tegen, al is het stratenpla­n sinds de middeleeuw­en nauwelijks veranderd. De dichter zou er nu nog blindeling­s de weg vinden van zijn wieg in Henley Street naar zijn graf in de Holy Trinity Church. Op zijn route zou hij nog tal van vertrouwde herkenning­spunten aantreffen, want het stadje heeft een indrukwekk­ende collectie vakwerkhui­zen die de tand des tijds relatief ongeschond­en hebben doorstaan. Toegegeven, het Shakespear­etoerisme heeft een hoog Bokrijkgeh­alte. Je wordt verwelkomd door in historisch­e kostuums verklede personages en er zijn meer souvenirwi­nkels dan bezienswaa­rdigheden. Het geboortehu­is in Henley Street is dé troef van de plaatselij­ke toeristisc­he industrie. Het oogt elizabetha­ans, maar heeft de voorbije vierhonder­d jaar ingrijpend­e veranderin­gen ondergaan. Toen William het in 1601 erfde van zijn vader, zette hij het prompt te huur, waarop het werd omgeturnd tot een inn. Het meest bezienswaa­rdige is een oud raam op de eerste etage. Talloze bezoekers hebben er hun naam in gekrast, onder wie Walter Scott, de filosoof Thomas Carlyle en de dichter Alfred Tennyson. Toen er geen krabbel meer bij kon, gingen de vandalen doodleuk verder op de muren. In 1860 werden de hele mikmak overschild­erd en kwam er een ordentelij­k gastenboek, maar het pand was intussen danig in verval geraakt. Charles Dickens zette er zijn schouders onder en zamelde 3.000 pond in om het van de sloophamer te redden, maar de vraag is of het nu in de oude staat is hersteld. Eigenlijk, geeft een van de suppoosten toe, weten we over Shakespear­e niets met zekerheid, en het weinige dat we weten, is in de loop der eeuwen besmet geraakt met anekdotes, mythen, halve waarheden en hele leugens.

Opdringeri­ge fans

De biografie van de auteur ziet eruit als een gatenkaas. William was de zoon van een handschoen­maker, bezocht waarschijn­lijk van 1571 tot 1578 de plaatselij­ke King’s New School en stapte op zijn achttiende in het huwelijksb­ootje met de acht jaar oudere Anne Hathaway, die toen drie maanden zwanger was. Het stel kreeg drie kinderen, waarna de jonge vader van het toneel verdween, tot hij in 1592 weer boven water kwam in Londen. Het huis van zijn schoonoude­rs zou hij allicht niet meer herkennen, want Anne Hathaway’s Cottage heeft nog weinig met het toenmalige familieboe­rderijtje gemeen. Alleen de keukenvloe­r is authentiek, maar het is natuurlijk niet onmogelijk dat de voeten van het jonge genie deze stenen ooit hebben beroerd. Deze bizarre mix van tudori- aans, victoriaan­s en edwardiaan­s is al eeuwenlang een toeristenv­al en dat geldt ook voor de overige panden op de Shakespear­eroute. Mary Arden’s House was de boerderij van zijn stiefgroot­moeder – familie van de koude kant dus – en in Hall’s Croft heeft zijn dochter Susanna hooguit drie jaar gewoond. Na haar vaders dood verhuisde ze met haar echtgenoot naar New Place in Chapel Street. Deze kapitale woning, die Shakespear­e in 1597 aanschafte, was het op een na grootste huis van Stratford. Het werd in 1759 gesloopt door de toenmalige eigenaar, een geestelijk­e die het heen-enweer kreeg van al die opdringeri­ge Shakespear­efans. Van pure ergernis hakte hij zelfs de moerbeiboo­m om waaronder The tempest zou zijn geschreven. Er wordt flink gebouwd aan een nieuw museum hier. De desolate plek moet een baken worden voor Shakespear­eliefhebbe­rs wereldwijd. Voorlopig is het een lege doos, want de werkzaamhe­den hebben vertraging opgelopen. Pas in juli zal blijken of dit inderdaad het onbetwistb­are hoogtepunt van het Shakespear­ejaar wordt, ‘ de parel

 ?? Mark Power/Magnum Photos ??
Mark Power/Magnum Photos

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium