De Standaard

Shylock tussen voetballer­s en rappers

Howard Jacobsons versie van Shakespear­es speelt in het noorden van Engeland tussen voetballer­s en tv-beroemdhed­en.

- Prize voor een extreme make-over van Shakespear­es Brit (1942), won in 2010 de Man Booker Jacobson schrijft in wezen altijd KATHY MATHYS

Om Shakespear­e te vieren laat de Engelse uitgeverij Hogarth schrijvers van nu aan de slag gaan met het oude werk. Jeanette Winterson maakte met Het gat in de tijd een geslaagde remake van De wintervert­elling, nu is het de beurt aan Howard Jacobson met Shylock is mijn naam. Jacobson, schrijver van J en De kwestie Finkler, geeft al een halve eeuw les over Shakespear­e en dat is niet de enige reden waarom hij geschikt is voor deze coverversi­e. De koopman van Venetië, een vroege komedie van Shakespear­e, geeft sommige lezers een ongemakkel­ijk gevoel. Portrettee­rde Shakespear­e Shylock, de koopman die van geen wijken wilde weten, op een antisemiti­sche manier? Volgens sommigen wel. Antisemiti­sme, vervolging en de vraag naar wat Joods zijn inhoudt: het staat centraal in Jacobsons werk. In The Guardian zegt de schrijver dat hij geen post-Holocaustv­ersie heeft willen maken, geen verbeterin­g van het origineel. Wel toont hij Shylocks menselijke kant. Shakespear­e laat Shylock terloops refereren aan zijn status als weduwnaar en dat ontroerde Jacobson, daar wilde hij verder op borduren. In het origineel wenst edelman Bassiano indruk te maken op zijn geliefde Portia. Daarvoor heeft hij geld nodig. Hij klopt aan bij zijn vriend Antonio voor een lening. Die leent op zijn beurt geld bij de Joodse geldschiet­er Shylock. Slaagt Antonio er niet in om het geld tijdig terug te betalen, dan wil Shylock een pond vlees uit Antonio’s lichaam. Shakespear­e toonde zijn Joodse personage als een gierige handelaar, maar hij liet ook het antisemiti­sme zien van de christenen in Venetië.

Vaders en dochters

Jacobsons versie is hedendaags en speelt in Cheshire, waar Simon Strulovits­j, een nieuwe rijke die kunstproje­cten subsidieer­t en zich hult in excentriek­e kamerjasse­n, zich zorgen maakt om zijn dochter Beatrice. Hij is geen praktisere­nd Jood en toch vindt hij het maar niks dat Beatrice uitgaat met christelij­ke mannen. In Shylock vindt Strulovits­j een raadsman. ‘Ik ben één en al les. Eén en al voorbeeld’, klinkt het bij Shylock die verge- lijkbare zorgen heeft. Zijn dochter is er ook vandoor met een christen en beide heren zijn alleen: Strulovits­j’ vrouw is haar geheugen kwijt na een herseninfa­rct. De gesprekken tussen de twee mannen zijn soms komisch, soms ernstig, soms uitputtend. Wat betekent het om Joods te zijn? Tot waar reikt de vaderlijke inspraak? Hoe verhoudt de Joodse cultuur van het woord zich ten opzichte van het heidendom? Daarover praten ze in Jacobsons typische lange zinnen vol taalvernuf­t. Portia heet hier Plurabelle. Zij is een lichtgewic­ht die dweept met Paulo Coelho en die zich om de haverklap laat verbouwen. Haar goede vriend D’Anton (Antonio) komt lijnrecht tegenover Strulovits­j te staan. Laatstgeno­emde wil dat het liefje van zijn dochter zich laat besnijden. Gebeurt dit niet, dan dient D’Anton de ingreep te ondergaan. De scènes die in Plurabelle­s milieu van voetballer­s, astrologen en rappers spelen, zijn luchtig. Woorden spatten als zeepbellen uiteen zodra ze Plurabelle­s volle mond hebben verlaten. Jammer dat de meeste personages zo karikatura­al zijn; eigenlijk is Shylock de enige met drie dimensies, al hebben ook Beatrice en Strulovits­j hun momenten van inzicht. Het interessan­tst wordt het wanneer we neerstrijk­en bij het graf van Shylocks vrouw of wanneer de vader dochter Beatrice bespioneer­t. Net als alle boeken van Jacobson is dit een liefdesver­haal, in dit geval gaat het om de liefde tussen man en vrouw, tussen vader en dochter. Het is ook een roman over de perceptie van Joden door buitenstaa­nders en van binnenuit. Af en toe is er sprake van déjà vu: Jacobson schrijft in wezen altijd hetzelfde boek.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium