De man voor wie ‘eigenzinnig’ geen cliché was
Prince bleek eigenlijk een pionier met muziek op het internet
verplichtingen tegenover Warner te onttrekken. Dat hij in de plaats daarvan een onuitspreekbaar symbool als artiestennaam ging hanteren, had meer van een bizarre gril. Wie hij daarmee het meest pijn deed – zichzelf of zijn platenmaatschappij – was van ondergeschikt belang. Nog erger was dat hij, om van zijn contract af te geraken, een reeks albums maakte vol afleggertjes uit de studio. De combinatie was nefast voor zijn carrière. Hij startte een nieuw label (NPG Records), bracht in 1996 het album Emancipation uit bij EMI en liet zijn volgende platen verschijnen bij steeds wisselende labels. Daarna experimenteerde hij met nieuwe manieren om zijn muziek bij de fans te krijgen. Crystal ball (1998) moest je bestellen via het internet, het concert Rave un2 the year 2000 werd aangeboden via pay-per-view (video on demand, zouden we nu zeggen). Het album Xpectation was te koop als een
reeks downloadbare MP3-bestanden. Prince bleek eigenlijk een pionier met muziek op het internet. Maar pas toen hij in 2004 weer met een groot label samenwerkte (Columbia) voor Musicology, scoorde hij eindelijk nog eens een hit.
‘Het internet is voorbij’
In 2007 had het internet het plots helemaal verkorven voor Prince. Hij liet al zijn video’s en muziek van het net halen en dreigde met processen tegen YouTube en eBay. Hij stuurde de Paisley Park-advocaten zelfs af op zijn fans, om foto’s van hun websites te laten verwijderen. Een aantal fansites rebelleerde onder de naam Prince Fans United (PFU) – waarna Prince hen uitgebreid de mantel uitveegde in een speciaal nummer ‘PFUnk’. Een tekstfragment: The only reason you say my name is to get your fifteen seconds of fame. Een charmeoffensief kon je het niet noemen. ‘Het internet is helemaal voorbij’, zei hij in 2010. Een uitspraak die nog vaak wordt aangehaald om de artiest af te schilderen nu eens als een vijand van de technologische vooruitgang, dan weer als gewoon een weirdo. Eigenlijk bedoelde hij vooral: het internet heeft afgedaan als bron van inkomsten voor een artiest. Vooral vanwege de piraterij, die hem geweldig op de heupen werkte. Maar op de verkoop van legale downloads had hij het evenmin begrepen. ‘Ik zie niet in waarom ik mijn nieuwe muziek aan iTunes of aan iemand anders zou geven’, zei hij ook nog. Hij pionierde – alweer – met een nieuw model: Planet earth werd gratis weggegeven bij de Britse krant The Mail on Sunday, met 20Ten deed hij dat nog eens over. In 2014 keerde hij voor één album terug naar Warner – in ruil voor zijn oude masteropnamen. Vervolgens flirtte Prince kort met streamingbedrijven als Spotify, maar in juli vorig jaar trok hij al zijn albums terug. De reden werd enkele maanden later duidelijk: Prince koos voluit voor Tidal, de door artiesten gecontroleerde streamingdienst van collega-muzikant Jay Z. De albums Hitnrun phase one en two kwamen in 2015 exclusief uit op Tidal. Hij deed er zichzelf, alweer, geen plezier mee. Er valt daarom de komende dagen niet zo gek veel Prince te streamen.