Gilles Laurent
Filmmaker met een passie voor Japan
BRUSSEL | Van Brussel tot Buenos Aires, van Palma de Mallorca tot Tokio: zijn werk als geluidstechnicus voerde Gilles Laurent (46) uit Bouillon naar alle uithoeken van de wereld. ‘Gilles is altijd een globetrotter geweest’, vertelt zijn jeugdvriend Benoît de Decker. ‘ Gepassioneerd en hongerig om alles te ontdekken. Hij had een rusteloze natuur en was niet te beroerd om wat van zijn materiële comfort op te offeren als de omstandigheden dat vroegen.’ ‘Elke reis was voor hem ook een allesomvattend cultuurbad’, vervolgt hij. ‘Toen Gilles uit Argentinië terugkwam, was hij vol van de tango en van de plaatselijke romanschrijvers. Keerde hij uit Japan terug, dan deed hij aan kinomichi (een vorm van krijgskunst ontstaan uit aikido, red.) en beleed het boeddhisme. Dat was de kameleon in hem: hij kon zich overal aanpassen en er zich nog thuis voelen ook.’
Sinds 2013 was Tokio zijn thuis, waar hij zich samen met zijn Japanse vrouw Reiko en hun twee dochters Lili en Suzu gevestigd had. In Japan nam Gilles Laurent ook voor het eerst plaats in de regisseursstoel, na bijna twee decennia als geluidstechnicus. Op een steenworp van Fukushima, de stad die in 2011 ten prooi viel aan een aardbeving, tsunami en kernramp, draaide hij vorig jaar zijn allereerste documentaire, La Terre abandonnée. Afgelopen winter kwam hij terug naar Brussel voor de montage. Via Skype belde hij dagelijks met zijn gezin in Tokio, maar het Centre Vidéo de Bruxelles (CVB), het productiehuis op de grens van Schaarbeek en Sint-Joost-ten-Node, was de laatste maanden zijn tweede thuis geworden.
40 uur rushes
Van maandag tot zaterdag werkte hij aan zijn film, geflankeerd door zijn vriend en producer Cyril Bibas en monteur Marie-Hélène Mora. Samen doorwroetten ze meer dan 40 uur rushes, het ruwe beeldmateriaal dat Gilles in Japan had gedraaid. Zijn collega’s zullen de documentaire nu afwerken. Op 22 maart was Gilles Laurent met de metro onderweg naar het Centre Vidéo, toen de bom ontplofte in het metrostation van Maalbeek.
De grote lijnen van zijn project zijn klaar. De documentaire is grotendeels opgehangen aan het portret van Matsumura San, die hij in zijn beginseltekst omschreef als ‘een gewone man die door de kernramp van Fukushima zijn buitengewone aard heeft getoond’. In de dagen na de ramp weigerde Matsumura halsstarrig om zijn woonplaats te verlaten. In een hopeloze haard van besmetting bleef hij zich beredderen en maakte van zijn dorpje Tomioka een heuse ark van een haast Bijbels allooi. Moederziel alleen verzorgde en voedde Matsumura er de achtergebleven runderen, honden, katten en struisvogels, en redde hen zo het leven. Vanaf de eerste perstekst over zijn filmproject benadrukte Gilles Laurent zijn persoonlijke betrokkenheid. Hoe de docu een verlengstuk zou worden van zijn ecologische overtuiging, zijn immens respect voor de natuur en zijn woede jegens de ‘nucleaire lobby’. Een citaat uit 2015: ‘Die verbondenheid met de aarde hangt samen met één van mijn meest wezenlijke bezorgdheden. Diezelfde obsessie had me eerder al, voor ik naar Japan reisde, uit Brussel gedreven, terug naar mijn geboortedorp in de Ardennen. (…) Ik beschouw Matsumura San niet als een held of voorbeeld, maar als een man die een standpunt inneemt en de gevolgen draagt van zijn keuze.’ Gilles Laurent besefte dit maar al te goed toen hij zich in dit avontuur stortte, omringd door een amper tweekoppige crew – één cameraman, één geluidsman – en met in de achterzak een uiterst be- scheiden budget, dat hij bovendien nog met eigen spaargeld had aangevuld. ‘Wie een docu wil draaien, kan daar niet van leven’, bevestigt Michel Steyaert, hoofd van het Brusselse CVB. ‘Het is ook geen onderneming met een winstoogmerk. Het is een drang, een keuze.’ ‘Gilles was een doordrijver, een diehard van de kwalitatieve auteursfilm’, zegt Steyaert die hem tegelijk ‘een filosoof en een enorme piekeraar’ noemt.
FC Barcelona
Hoewel geluidstechnicus van opleiding, had Gilles Laurent ook een oog voor vakmanschap. Dat zegt de Argentijnse cineast Diego Martinez, die hem in 1997 leerde kennen aan het Brusselse INSAS (tegenhanger van het RITS, red.). ‘Hij kon schoonheid onderscheiden. Ik heb hem eens gezegd dat hij de stap naar de regie moest zetten omdat er een boodschap in zijn werk zat. Hij was erg aangedaan door die woorden, alsof ik iets had aangeroerd dat had liggen sluimeren maar nog aan de oppervlakte moest komen.’ Toen ze elkaar ontmoetten, waren Gilles en Diego respectievelijk 27 en 26 jaar. De vriendschap was van meet af aan hecht, gedragen door een gezamenlijke liefde voor tangomuziek, gastronomie, politieke debatten en zelfs het voetbal van FC Barcelona, dat beide vrienden – met name dankzij Pep Guardiola en Lionel Messi – waren gaan ervaren als een gracieuze kunstdiscipline.
Het was ook de start van een lange artistieke samenwerking. De Argentijn vroeg zijn Belgische vriend voor elk van zijn vier filmproducties. Voor zijn eerste langspeelfilm Nosotros in 2002 – een Bijbel voor aficionado’s van de tango – liet hij Gilles Laurent naar Buenos Aires overkomen. ‘ We draaiden gedurende twee maanden. Iedere dag had eenzelfde scenario: overdag zwoegen, ‘ s avonds feest. We hebben vele uren gesleten in de milongas (dansbars met tangomuziek, red). Kijken hoe er gedanst werd, met een goed glas in onze hand. We hielden van het leven en beseften ten volle hoe bevoorrecht we wel waren.’
Als groene jongen had Gilles Laurent ook een militant kantje. ‘Zijn ecologische geweten stond steeds op scherp, dat was hem echt menens’, weet zijn vriend Cyril Bibas. ‘De verbondenheid met de natuur was een fundament voor hem. Ik zag hem als een jonge woudloper in het lijf van een volwassene.’ ‘Milieuverontreiniging maakte hem bang’, zegt Diego Martinez. ‘Hij fantaseerde over een leven dichter bij de natuur. Die liefde voor het groen is zonder twijfel thuis in Bouillon gegroeid.’ In Bouillon, diep in de provincie Luxemburg, groeide Gilles op tussen drie zussen. Zijn ouders runden er een hotel-restaurant. In datzelfde Bouillon, waar hij graag terugkeerde voor lange wandelingen langs de Semois, brachten familie en vrienden hem op 31 maart een laatste eresaluut, met als slot een boeddhistisch gebed van zijn weduwe Reiko.
De docu waaraan hij werkte, moest een verlengstuk worden van zijn ecologische overtuiging en zijn immens respect voor de natuur