De Standaard

Stroomdrom­en

Vér van de literaire waan van de dag heeft Martin Michael Driessen zich ontwikkeld tot een belangrijk auteur. Rivieren, zijn nieuwe boek, is alle bewijs dat we nog nodig hadden.

- MARK CLOOSTERMA­NS

Jaren geleden heeft Adèle Chrétien een verstandsh­uwelijk gesloten. Nu vermijdt ze het zichzelf te zien in de spiegel. ‘ Adèle had niets meer gemeen met de jonge vrouw die dat huwelijk was aangegaan maar de tijd had geen genade met haar, want ze was nog steeds even mooi als de bruid die ze nu zo verachtte.’ Wie het cliché over de tijd die geen genade heeft met fysieke schoonheid zo verrassend kan omkeren, is een grote meneer. Maar tot die conclusie was ik al gekomen làng voor bladzijde 105 van Rivieren, waar dit citaat te vinden is. Martin Michael Driessen (62) debuteerde ergens in de prehistori­e ( Gars, 1999) en verdween spoorloos tot in 2012. Toen was daar opeens Vader van God, een speels en toch diepzinnig boek, geprezen in deze en andere kranten. Rivieren, zijn nieuwe boek, bevat drie novellen. De eerste is de kortste. In ‘ Fleuve sauvage’ volgen we een alcoholver­slaafde acteur, die gaat kanovaren op de Aisne in Frankrijk. Hij weet dat de verslaving zijn carrière belemmert én dat hij agressief wordt van drank. Toch loopt hij over van goede voornemens. Sterker nog, al op deze reis zal hij stoppen met drinken. Meteen een gebaar stellen: hop, de laatste fles whisky gaat de rivier in. Alleen blijft de fles hardnekkig met hem meedrijven. En als de eenzame reiziger op onverwacht­e problemen stuit, lopen de zaken op schokkende wijze uit de hand.

Een Franse jihad

Na deze uitstekend­e amuse-bouche, het echte werk. ‘De reis naar de maan’ is de levensgesc­hiedenis van twee vrienden, verteld in amper 52 bladzijden. Het speelt zich af in Duitsland, in een gemeenscha­p van vlotters. Dat zijn mannen die omgehakte boomstamme­n over de rivier naar hun bestemming leiden. Vaak worden de stammen samengebon­den tot een vlot en drijven de vlotters daarop mee. Het is het begin van de twintigste eeuw en er ontstaat een vriendscha­p tussen de vlotter Konrad en de zoon van zijn baas, de Jood Julius Durlacher. Konrad verbaast zich zelf over die vriendscha­p, maar aangezien hij zo veel mogelijk van de wereld wil zien en Julius hem daarmee kan helpen, stelt hij nooit de noodzakeli­jke vragen. Van zijn kant kan Julius niet de moed opbrengen om Konrad de noodzakeli­jke dingen te zeggen: dat hij verliefd is op hem. De decennia gaan voorbij; pas de Tweede Wereldoorl­og zal de toestand naar een hoogtepunt voeren. ‘De reis naar de maan’ doet denken aan Treindrome­n, de novelle waarmee de Amerikaan Denis Johnson enkele jaren geleden een

bescheiden hit had. Ook daar ging het over simpele arbeiders, speelballe­n van emoties die hen vreemd blijven en de wereldgesc­hiedenis die zich geen bal van hen aantrekt. En net als Johnson heeft Driessen een groot verhaal, dat zich afspeelt over een grote tijdspanne, ‘ingekookt’ tot slechts een paar tientallen bladzijden. We krijgen een vogelpersp­ectief: Driessen scheert over zijn verhaal zoals een meeuw over het water, nu en dan naar beneden duikend voor de lekkerste hapjes. Ten slotte, in het donkerkomi­sche ‘Pierre en Adèle’, zijn we getuige van een grensgesch­il. Twee Franse families, de Chrétiens en de Corbés, zijn eigenaars van een dal. Door het midden van het dal loopt een riviertje, dat de grens vormt. Het probleem is dat de rivier nu en dan haar bedding een héél klein beetje verlegt. Hierdoor voelt nu eens de ene, dan weer de andere familie zich benadeeld. De Corbés zijn hugenoten, de Chrétiens zijn katholiek, waardoor het kleinzieli­ge grensconfl­ict de allure van een Franse jihad krijgt. De grote middelen worden niet geschuwd: wapens, klemmen en brandstich­ting. Ook in dit verhaal verstrijkt de tijd razendsnel, maar toch voert dit naar andere interpreta­ties.

Alles vloeit

Een rivier kan in de literatuur veel symboliek dragen. In de drie novellen ‘staat’ de rivier telkens voor iets anders. De Aisne wordt, als ze buiten haar oevers treedt, een symbool voor de oerkrachte­n in zichzelf die de verslaafde acteur niet onder controle heeft. In ‘De reis naar de maan’ is de rivier de tijd zelf, die razendsnel verglijdt en waarop de personages geen vat krijgen. Of misschien is ze het leven, die stroom waarop je je alleen maar drijvend kunt houden, en minimaal bijsturen – de personages in dit verhaal hebben immers niet heel veel greep op hun bestaan. In ‘Pierre en Adèle’ ten slotte moeten we denk aan het ‘Panta rhei’ van Heraclitus. ‘Alles vloeit’, alles verandert. Zoals de bedding van dat onbenullig­e stroompje telkens pesterig een beetje verschuift, zo verschuive­n ook de machts- en andere verhouding­en tussen de bekvechten­de families.

Rivieren roept bewonderin­g op voor het meestersch­ap van de auteur, die complexe, levensecht­e personages kan tekenen in een handvol scènes. Het roept grote melancholi­e op, omdat de lezer machteloos moet toekijken hoe de personages kansen op liefde en een beter leven laten liggen. En het doet je snel verder lezen, want je weet nooit wat de auteur zijn personages zal laten overkomen achter de volgende bocht in de rivier. Driessen schrijft een haast tijdloos, onnadrukke­lijk literair Nederlands: dit boekje leest als een herontdekt­e klassieker. Of als een toekomstig­e klassieker, want Ri

vieren is het beste wat ik in jaren heb gelezen.

 ?? Photo12/Archives du 7eme Art ?? Een vlotter aan het werk op de rivier: Martin Michael Driessen situeert een liefdesver­haal in die wereld.
Photo12/Archives du 7eme Art Een vlotter aan het werk op de rivier: Martin Michael Driessen situeert een liefdesver­haal in die wereld.
 ??  ?? MARTIN MICHAEL DRIESSEN Rivieren.
MARTIN MICHAEL DRIESSEN Rivieren.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium