Uplace aan de haven
Tenenkrullend, vindt HENDRIK SCHOUKENS het juridische bochtenwerk van de Vlaamse regering om toch maar aan het Saeftinghedok te kunnen beginnen. Het valt te vrezen dat ze zelfs het recente vonnis van de Europese rechters met een handigheidje zal omzeilen.
‘Ons gaan ze niet in de polder begraven, ze gaan de polder in ons begraven’. Het is een van de meeste beklijvende quotes van Pietje de Leugenaar, het hoofdpersonage uit de dramareeks Terug naar Oosterdonk. Hij was een van de hevigste tegenstanders van de geplande havenuitbreiding die de doodsteek zou zijn voor het fictieve polderdorp Oosterdonk. De wat bevreemdende ‘dorpsgek’ bleef zich tot het einde verzetten. Als de hoofdpersonages decennia later terugblikken op hun jeugd, ondertussen verdwenen onder het opgespoten zand, blijkt dat niemand weet wat er eigenlijk van Pietje is geworden. Misschien zat Pietje de voorbije tijd wel in Luxemburg? Want met hun arrest van afgelopen donderdag trokken de Europese rechters een streep door de Vlaamse plannen voor de bouw van een nieuw dok, het Saeftinghedok.
Niet te stillen honger
De tragiek van Doel verschilt in wezen niet van die van Oosterdonk. De komst van het Deurganckdok aan het einde van de jaren 90 leek de doodsteek voor het polderdorp te zijn. Niettemin vonden de overblijvende bewoners in de Europese natuurrichtlijnen een onverwachte medestander. Keer op keer sneuvelden vergunningen voor het Deurganckdok voor de rechter omdat onvoldoende rekening was gehouden met de waardevolle natuur in het havengebied. Het dok is er uiteindelijk pas gekomen nadat was aangetoond dat er geen andere alternatieven bestonden, dat de ontwikkeling kaderde in een dwingende economische noodzaak en dat de nodige compensaties werden getroffen. Maar nog was de honger naar havenuitbreiding niet gestild. Met de komst van een nog groter containerdok, het Saeftinghedok (prijskaartje om en bij de 700 miljoen euro), zouden niet alleen Doel maar ook de omliggende eeuwenoude gehuchten en de unieke natuurgebieden verdwijnen. Tegenstanders opperden dat de beweerde economische voordelen van het dok niet opwegen tegen de bijkomende mobiliteitsdruk en de polderdorpen en waardevolle natuur die verdwijnen. Het natuurgebied Putten Weide – meer dan 50 hectare zeldzame graslanden – is bovendien beschermd door de Europese natuurrichtlijnen. Ook de beoogde extra jobs blijken twijfelachtig. Econoom Geert Noels kapittelde het project – samen met het Essersdossier en Uplace – onlangs nog als een achterhaald project uit de 20ste eeuw. De Vlaamse regering besloot op een wel heel creatieve manier om te springen met de Europese natuurrichtlijnen. Beter had ze het behoud van het natuurgebied als dwingend uitgangspunt gehanteerd. Dat houdt in dat als er beschermde natuur teloorgaat, een project er alleen mag komen als blijkt dat er geen alternatieven voorliggen die minder schadelijk zijn en als men bewijst dat het project kadert binnen een dwingende reden van groot openbaar belang. Pas dan kan men over natuurcompensatie spreken. Je zou verwachten dat de Vlaamse regering uit haar eerdere fouten met het Deurganckdok heeft geleerd. Dat ze meteen kiest voor de juiste procedure. Helaas. Ze besloot alles in te zetten op de ontwikkeling van nieuwe, robuuste natuurgebieden, in de plaats van de natuur die zal verdwijnen. Die natuurontwikkeling was daarnaast ook nodig om de natuur in de haven verder te herstellen. Twee vliegen in één klap, dus? Toch een riskante strategie. De Raad van State zag dat gemarchandeer met eeuwenoude natuur niet zitten. Ook nadat het plan was aangepast – de havenontwikkeling zou pas mogelijk worden als de natuur ‘effectief ’ was gecreëerd – leek hij niet overtuigd. Donderdag traden de rechters in Luxemburg – die uiteindelijk het laatste woord hebben over Europees recht – de Raad van State nu bij. In een duidelijk arrest laten de Europese rechters geen spaander heel van de Vlaamse aanpak: de nieuwe natuur kan niet worden ingekleurd als ‘natuurbeheer’ omdat zij onvermijdelijk samenhangt met het verlies van tientallen hectares zeldzame habitats. Door nu al goedkeuring te geven aan het project, vooronderstelt men dat de nieuwe natuur per definitie succesvol zal zijn, terwijl de realiteit leert dat de natuur zich niet laat voorspellen.
Kunst- en vliegwerk
Het juridische bochtenwerk dat Vlaanderen de voorbije jaren uit zijn mouw toverde om het Saeftinghedok te verzoenen met de Europese natuurrichtlijnen, is indrukwekkend. Het dossier is helaas geen uitzondering. Ook in andere infrastructuurdossiers put Vlaanderen zich uit in hoogst onzeker juridisch kunst- en vliegwerk. Als het de Vlaamse regering menens is met haar natuurdoelen, moet ze durven te aanvaarden dat sommige natuur zo waardevol is dat die enkel maar bij hoge uitzondering kan verdwijnen. Zolang Vlaanderen dat weigert te erkennen, zal het keer op keer met zijn hoofd tegen een harde juridische muur botsen. In een ideale wereld zou het arrest van afgelopen donderdag de Vlaamse regering ertoe aanzetten de ongebreidelde havenuitbreiding te heroverwegen en het maatschappelijk debat erover te heropenen. Of het zover komt, is minder zeker. Men zou ondertussen al werken aan een nieuw decreet waarin de onwettige interpretatiewijze van de Vlaamse regering in de wet wordt gebetonneerd. Het zou ongezien zijn. Een decreet dat lijnrecht ingaat tegen Europees recht, en dat in tijden waarin onze politici haast over mekaar struikelen om de lof te zingen van de EU. Ondertussen wachten de laatste bewoners van Doel en omstreken bang af of het laatste stukje Doelpolder effectief in hun herinnering zal worden begraven. Zal Pietje de Leugenaar hen nog een laatste keer te hulp snellen?
‘In het kader van het Nederlandse wielrennen stel ik voor om grote rondes voortaan maar tweeënhalve week te laten duren.’ Alvast Tom Dumoulin, Steven Kruijswijk en Bauke Mollema zullen het eens zijn met het voorstel van columnist THIJS ZONNEVELD (op Twitter). Misschien zat Pietje De Leugenaar uit ‘Terug naar Oosterdonk’ de voorbije tijd wel in Luxemburg?