De Standaard

‘Ik denk niet dat ik al aan mijn top zit’

Felix De Laet heeft, om het zacht uit te drukken, een boerenjaar achter de rug. In juli 2015 scoorde hij als eerste Belg een nummer 1-hit in het Verenigd Koninkrijk, en sindsdien voerden hits als ‘Are you with me’ en ‘Reality’ hem van Ibiza naar Shanghai.

- NICK DE LEU FOTO’S SEBASTIAN STEVENIERS

We treffen Lost Frequencie­s – Felix De Laet (23) voor zijn moeder, bij wie hij nog steeds inwoont – op het strand van Oostende. Daar speelt hij later die avond ten dans in het Beach House van Q-Music. Het is een korte stop tijdens een wilde zomer: de voorbije week bracht hij door in Montenegro, Duitsland, Portugal, opnieuw Duitsland en Frankrijk. Na een tussenstop van drie dagen in België vertrekt hij alweer, naar Ibiza. Dat paradijsel­ijke eiland staat ook bekend als dj-pantheon, een kliek waartoe De Laet het voorbije jaar toetrad: ‘Are you with me’ was het op één na meest afgespeeld­e nummer in heel Europa. ‘Ik heb vorige week nog twee keer in Ibiza gespeeld, in het voorprogra­mma van Dimitri Vegas en Like Mike. Die spelen altijd voor uitverkoch­te zalen. Het leuke is: dan verwachten mensen ook niet van mij dat ik keihard ga spelen. Ze weten dat die gasten na mij het wel doen.’ ‘Hard spelen’ is niet bepaald De Laets signatuur: zijn hits drijven op een fantasieri­jke zomergitaa­r en doen denken aan hangmatmoj­ito’s. Zo flaneert hij ook over het strand: relaxed, schoenen in de handen, voeten in de branding – een rustpunt in zijn drukke bestaan. ‘Het is voor die prachtige stranden dat ik vroeger ook al vaak naar Ibiza trok, maar dan met mijn familie. Met hen belandde ik op mijn zeventiend­e ook voor het eerst in een club: we wilden eens naar David Guetta gaan kijken. Eigenlijk ben ik pas naar die clubs beginnen gaan toen ik er moest dj’en.’ Die tweedeling maakt Ibiza ook zo speciaal, vindt De Laet. ‘De ene dag kan je er volledig loosgaan, de volgende dag kan je chillen op een supermooi strand. Vooral de verlaten stranden zijn genieten. Niet die waar duizenden mensen show lopen te verkopen. Ook de vipstrande­n zijn niet mijn ding: daar is iedereen te druk bezig met cool zijn. Geef mij maar gewoon een dj-booth en twee luidspreke­rs op het strand, met pintjes en mojito’s. Dan krijg je feest. Want als je op een vipstrand goed draait, gaan ze niet méér dansen. Enkel meer champagne kopen.’

Je hebt nochtans reden voor champagne: in september komt je debuutalbu­m uit. Dat heeft verbazend lang geduurd: sinds ‘Are you with me’ in oktober 2014 bracht je maar twee singles uit.

‘De release heeft heel wat voeten in de aarde gehad: ik had wat problemen met mijn vorig label, waardoor ik even geen singles meer kon uitbrengen. Daardoor zat ik creatief geblokkeer­d, want als je niets meer kan uitbrengen, waarom dan iets maken? Ik ben er echt ziek van geweest. Tussen de nieuwe single “Beautiful life” en de vorige, “Reality”, zat meer dan een jaar. Eigenlijk heb ik veel geluk gehad dat de radiostati­ons mijn singles zo lang zijn blijven spelen. Maar nu ben ik dus enorm opgelucht dat de plaat er écht aan komt.’

Wat mogen we verwachten?

‘In elk geval geen grote namen: voor de zang heb ik opnieuw met onbekende mensen gewerkt, zoals Janieck Devy (die “Rea-

lity” inzong, red.). Maar ik heb wel naar speciale stemmen gezocht, want momenteel hanteren veel dj’s een stijl die lijkt op de mijne. Dus moet ik me proberen te onderschei­den.’ Zelfs Milow waagt zich nu aan tropical house. ‘Grappig dat je het zegt! Toen ik zijn laatste single, “Howling at the moon”, voor het eerst op de radio hoorde, dacht ik: tiens, “Reality” staat op.’ (lacht) Denk je soms: mannen, dit heb ík al eens gemaakt? ‘Ja. Kijk, ik maak misschien wel populaire muziek, maar ik probeer nooit bewust iets na te maken. In de dj-wereld gebeurt dat veel – de radio zit nog altijd vol met klonen van “Lean on”, de hit van Major Lazer. Ik heb bijvoorbee­ld ook een nooit uitgebrach­te remix op Youtube staan, en op een Duits festival kwam een dj me plots vertellen dat hij die ook geremixt had, en hem wou uitbrengen. Dan denk ik: komaan gast, doe dat niet! Dat is een remix van een remix! In de dj-scene zijn er genoeg mensen die gewoon iets op de radio willen krijgen. Hoe dat gaat: they don’t care.’ Die frustratie deel je met Boris Daenen van Netsky: ook hij stoort zich aan dj’s die hun naam gewoon ergens onder zetten, of ze het nu zelf gemaakt hebben of niet. ‘Dat begrijp ik: Boris is een supergoeie producer, die er zelf veel werk in steekt. Weet je wat zo cool is aan hem? Onlangs zat ik met hem op een festival, en hij nam mij mee naar de drum-’n-bass-tent. Toen we daar aankwamen, was hij gewoon dé man. Iedereen respecteer­de hem. Als Belg zo scoren bij al die Britten, in een bij uitstek Brits genre: dat is echt straf.’ Bereik jij ook stilaan die status? ‘Misschien wel in mijn genre, ja. In Duitsland heb ik alleszins al twee Echo Awards gewonnen. Dat zijn zowat de Duitse Mia’s.’ (lacht) Waarom denk je dat jouw genre het afgelopen jaar zo populair is geworden? ‘Enkele jaren geleden draaiden jongerenra­dio’s wat David Guetta, wat Black Eyed Peas, wat r&b, een beetje dit, een beetje dat. Het leuke aan mijn muziek is dat het singer-songwriter­aspecten – zoals die gitaren – combineert met een clubby vibe. Dat is toegankeli­jk, en ligt goed in het oor bij iedereen. En dat weten de radio’s ook.’ Op Werchter, waar je op zaterdag de grote tent mocht afsluiten, was van dat singer-songwriter­aspect weinig te merken: daar schuwde je de zware bassen niet. ‘Vroeger kreeg ik wel eens kritiek dat ik niet hard genoeg draaide, dus heb ik dat aangepast. Als je voor een volle tent staat, mag je nu eenmaal niet te lief zijn. Maar ik probeer niet alleen deep house te spe-

‘Op de unief vond ik het wel chill: je bent elke dag bij je vrienden, als je wil slapen kan je slapen, en twee keer per jaar moet je een beetje studeren. Vergeleken met wat ik nu doe, was dat echt een rustig bestaan’

len: ik speel ook bekendere liedjes voor de meisjes in het publiek. Die zingen graag mee.’ Op Werchter speelde je zelfs een remix van Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’. Zijn er nummers waar een dj beter af blijft? ‘Goh, eigenlijk kan je alles remixen. Dat wil niet zeggen dat het een betere versie oplevert, het is gewoon eentje die kan gespeeld worden in een andere context. Maar dan ook enkel in die context, en daarom ga ik die Brel-remix nooit uitbrengen als apart nummer. Dat is te gevaarlijk: als je naar Brel wil luisteren, luister je beter naar het origineel.’ Wat is de grootste veranderin­g in je leven sinds ‘Are you with me’ een nummer 1-hit werd? ‘Niets. Ik probeer heel normaal te blijven.’ Met dat verschil dat je tegenwoord­ig de wereld afreist in het zog van de jetset. ‘Oké, dat klopt. En ik zit niet meer op de universite­it. Eigenlijk was het toen wel chill: je bent elke dag bij je vrienden, als je wil slapen kan je slapen, en twee keer per jaar moet je een beetje studeren. Vergeleken met wat ik nu doe, was dat echt een rustig bestaan.’ Vrees je ooit spijt te hebben dat je dat niet langer kon doen? ‘Dat niet. Ik zou er wél spijt van hebben als ik later zou moeten zeggen: ik had Tomorrowla­nd Brazil kunnen doen, maar ik wou liever wat chillen. Zoiets is een once in a

lifetime experience. En de unief: daar kan ik morgen naar terugkeren.’ De privéjets waarmee je tegenwoord­ig van optreden naar optreden sjeest, moeten ook behoorlijk uniek zijn. Herinner je je eerste privévluch­t nog? ‘Die ging van Frankrijk naar Londen, net nadat “Are you with me” daar op één had gestaan. Ik had veel water gedronken vooraf, en ontdekte pas in de lucht dat er geen wc was. Ik moest zó hard plassen. Toen ik van de vlucht kwam, kon ik zelfs niet meer stappen. Ik heb dan maar op het tarmac gewaterd. Dan heb je eens een privévluch­t, kan je er niet eens van genieten.’ (lacht) ‘Voor alle duidelijkh­eid: dat zijn nooit echte jets, maar kleine huurvliegt­uigen. En ik kies daar nooit zelf voor: de promotoren leggen die in als het reisschema echt té

crazy is.’ Beschouw je die privévluch­ten als een indicatie dat je goed bezig bent? ‘Nee, want de mensen die de vlucht boekten, weten nog niet of mijn set goed gaat zijn. Weet je wanneer ik wel weet dat het goed gaat? Als ik in clubs draai, en de promotoren – die vooraf altijd zeggen dat ze zelf nooit drinken – plots met een stuk in hun voeten achter de dj-booth opduiken. Die gasten werken keihard en zijn vaak gestressee­rd, dus als de muziek voor hen goed genoeg is om te feesten, is het voor mij ook goed.’ Je verzamelt paspoortst­empels alsof het Panini-stickers zijn. Heb je daar nog iets aan, als het aan zo’n razend tempo gaat? Felix De Laet: ‘Op mijn eerste privévluch­t ontdekte ik in de lucht dat er geen wc was. Tegen dat we landden, moest ik zo hard plassen dat ik zelfs niet meer kon stappen.’ (haalt de schouders op) ‘Op sommige plekken zou ik graag langer blijven. In Mexico, bijvoorbee­ld: daar was ik nog nooit geweest, en wou ik graag nog wat eten, dingen zien, een beetje met de mensen praten... Maar dit is mijn werk. Ofwel probeer ik in te gaan op zo veel mogelijk aanvragen, ofwel neem ik geregeld vakantie, en zit mijn carrière er binnen twee jaar op. Daar zou ik achteraf meer spijt van hebben, denk ik. Nu hoort het er gewoon bij dat ik weinig tijd heb om plekken echt te verkennen. Ik ben al blij met wat ik kan zien door het raam.’ Dat constante reizen zonder veel te zien van de wereld, is deels wat bij top-dj Avicii voor een burn-out zorgde. Hij gaat op zijn 26ste al op pensioen. ‘Ja, maar hij heeft wel héél hard getourd. Ik heb mijn manager gevraagd om het menselijk te houden. In de zomer proberen we zo veel mogelijk te profiteren van de naam Lost Frequencie­s, maar de rest van het jaar ben ik doorgaans wel vrij op maandag, dinsdag en woensdag. Dan kan ik muziek maken en mijn vrienden zien – dat is ook belangrijk. Ik zou een pak minder goed zijn als ik drie sets per dag moet draaien, dan zou ik er tegen het eind van de nacht mijn voeten aan vegen. En als mensen mij boeken, is dat niet omdat ze een zombie willen: ze willen iemand die aanwezig is.’ Avicii leek zichzelf ook wat verloren te hebben in genotsmidd­elen. ‘Dat probeer ik zelf te mijden. Mijn moeder is wel bang van alles wat er in de clubwereld aan de hand is, want het is wel degelijk een

crazy leven, hé. Ik zou compleet anders kunnen leven en elke avond zat zijn, of keihard aan de coke zitten en compleet fucked

up zijn. Ik kom genoeg in contact met gasten die het mij aanbieden. Maar ik doe het niet: dat zou van zwakte getuigen.’ Denk je dat je nu op een piek in je carrière zit, of ben je nog aan het klimmen? ‘Ik hoop dat laatste: ik denk niet dat ik al aan mijn top zit. Veel zal afhangen van het album, maar ik geloof alleszins in mijn muziek.’ Tijdens je single-stilte heb je wel een stevige reputatie opgebouwd als dj. ‘Raar, hé. Anderhalf jaar geleden kon ik gewoon niet draaien – ik ben altijd meer bezig geweest met muziek maken. Ik heb het dus al doende moeten leren. Vooral op het Amerikaans­e Coachella-festival was dat stressen. Het was mijn eerste keer in de VS, op een supergroot festival, en ik wist: als ik nu iets verknoei of als de mensen niet mee zijn, is het gedaan wat de VS betreft. Want alle promotoren zijn daar. Maar gelukkig was het feest.’ (lacht) ‘Intussen heb ik ook vastgestel­d dat veel dj’s gewoon niet kunnen draaien. Dan gooien ze plots een megacommer­cieel nummer als afsluiter in hun set. Dan denk ik: komaan, dat is toch amateurist­isch? Die mannen vegen er echt hun voeten aan. Nu moet ik eigenlijk vooral aan twee specifieke dj’s denken die vorig jaar overal waar ze gingen headliners waren. Nu staan ze een pak lager op de affiche.’ (lacht) Jij hebt je eigen podium op Tomorrowla­nd. Een kinderdroo­m? ‘Nee hoor. Als kind wou ik altijd treinchauf­feur worden. Ik had zo’n Märklin-treintje, en zelfs T-shirts met treinen op. Mijn plan was om naar Frankrijk te verhuizen en daar te rijden met een oude locomotief.’ En dus ben je economie gaan studeren. (lacht) ‘Dat was vooral om iets algemeens te doen. Ik wou mezelf vijf jaar geven om het te proberen maken als producer. En kijk: na twee jaar is het gelukt.’ (lacht) Lost Frequencie­s speelt vandaag op Tomorrowla­nd, Boom.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium