COMMENTAAR HET VERLANGEN NAAR GEBORGENHEID
Met een zomers seminarie luidde de federale regering de politieke komkommertijd in. Het beloven erg rustige weken te worden. In tegenstelling tot vorig jaar gaan de ministers niet op vakantie met een onafgewerkte schepping waarover vrolijk kan worden geredetwist. Pas diep in augustus pakt premier Charles Michel de begroting aan. De bijeenkomst op Hertoginnedal oogstte meewarige commentaren. Niet alleen zet zo’n goednieuwsshow aan tot achterdocht. Het leek ook alsof de regering zichzelf wilde fêteren bij gebrek aan kandidaten die het in haar plaats wilden doen. Niettemin presenteerde Michel een maatregelencatalogus van 150 pagina’s, al waren daarbij ook heel wat dubbels. Voor een definitief oordeel over Michel I is het veel te vroeg. Haar democratisch deficit aan Waalse kant staat een heruitgave sowieso in de weg. Maar het blijft een godsgeschenk dat de sociaal-economische dossiers de communautaire scherpslijperij naar de achtergrond duwden. Het leidde tot een aantal terechte maatregelen. Het overheidsbeslag maakt eindelijk een knik naar omlaag. De fiscale druk daalt, al blijft het probleem van de onrechtvaardige lastenspreiding. Los van het spreekwoordelijke gekibbel dienen zich enkele pijnpunten aan. Michel I afficheert zich als een hervormingsregering. Maar de diepgang ontbreekt. Dit hopeloos versnipperde land snakt naar meer efficiënt bestuur. De uitdagingen rond energie en milieu vragen maatregelen waar de regering niet aan durft. De aanpak van de pensioenen of de ziekteverzekering verloopt te occasioneel. De vraag of er in deze grenzeloze wereld nog geborgenheid te vinden is, veroorzaakt bij de burger een soort morele paniek. Hij mag dan iedere maand iets meer overhouden, wat baat het als de regionale regering dit netjes afroomt? Bovendien gaat dit voorbij aan de kernvraag of het beleid de toekomst voor hem en zijn kinderen veiligstelt. Het doet denken aan de storm die Jean-Luc Dehaene in de jaren negentig plots moest trotseren. Als premier was hij gebiologeerd door een stringent saneringstraject. Het was pompen of verzuipen om toch maar het koppeloton te halen van landen die mochten toetreden tot de eenheidsmunt. De christendemocraat dacht goed bezig te zijn, hij verwachtte de nodige dankbaarheid. Tot 300.000 mensen tijdens de Witte Mars hun maatschappelijke frustraties uitschreeuwden. Zo’n vaart zal het bij de regering-Michel niet lopen. Maar het onvermogen om te appelleren aan dat verlangen naar geborgenheid heeft alvast in het buitenland tot flinke politieke aardverschuivingen geleid.
Los van het spreekwoordelijke gekibbel telt de regering Michel enkele pijnpunten