Waarop wachtte Angela Merkel?
LATE REACTIE BONDSKANSELIER Pas zaterdagnamiddag reageerde bondskanselier Angela Merkel op de schietpartij in München. Het contrast met de Franse president François Hollande kan niet groter zijn.
BRUSSEL | Angela Merkel was afgelopen vrijdag net aan haar jaarlijkse vakantie begonnen toen het nieuws van de schietpartij in München bekend raakte. Pas zaterdagnamiddag, twintig uur later, verscheen ze na een crisisvergadering in Berlijn persoonlijk voor de televisiecamera’s met een reactie. Intussen hadden prominenten uit de hele wereld – van Vladimir Poetin tot Barack Obama, van François Hollande tot Alexis Tsipras – hun medeleven en solidariteit met Duitsland betuigd. Het lange stilzwijgen van de bondskanselier ging zeker op de sociale media niet ongemerkt voorbij. We zijn het immers gewend geraakt dat staatshoofden en regeringsleiders vrijwel onmiddellijk reageren op dergelijke dramatische gebeurtenissen. Hun reactie is bedoeld om het volk gerust te stellen, te troosten, te steunen. Voor de Amerikaanse president Barack Obama zijn dergelijke optredens bijna routine geworden. Maar ook president François Hollande sprak op 14 juli nauwelijks vijf uur na de aanslag in Nice, dus midden in de nacht, het Franse volk toe. Merkel wachtte echter. De hashtag #Merkelschweigt deed daarom al snel de ronde op Twitter. Maar snel publiek reageren, op wat dan ook, is niet Merkels stijl. De bondskanselier staat erom bekend dat ze zich meestal pas ergens over uitspreekt wanneer ze alle feiten op een rijtje heeft. Pas dan reageert ze, en zal ze desgevallend ook haar emoties tonen. Zwijgen deed ze dus ook vrijdagavond. En terecht, zo bleek. Op dat moment was het immers nog volledig onduidelijk wat er juist aan de hand was. Was er sprake van één dader? Of waren het er drie? En welke waren zijn of hun motieven? Was het een terroristische aanslag, of een ‘Amoklauf’ van een eenzaat? Pas ver na middernacht blies de politie de alarmfase af. Door wat geduld te oefenen – of te vragen van haar bevolking – nam Merkel alvast niet hetzelfde risico als François Hollande acht dagen eerder. Die omschreef de aanslag in Nice onmiddellijk, nog voor de identiteit van de dader bekend was, als een ‘terroristische’ daad uit islamistische hoek. De eerste dagen na de aanslag leek zelfs zijn minister van Binnenlandse Zaken, Bernard Cazeneuve, niet overtuigd van die toedracht en werd het woord ‘turboradicalisering’ bedacht. Pas na een week onderzoek kwam vast te staan dat de dader, Mohamed Bouhlel, zijn aanslag al lang voorbereid had, en dat hij inderdaad ook al langer maar onopvallend geradicaliseerd was. Tot grote opluchting van de president, allicht.