EEN VERLOREN GENERATIE?
Om de veertigers te karakteriseren, past een beroemde uitspraak van de satirische tekenaar Roland Topor: ‘ Toujours couri / pogagner vie / quand bien couru / vie l’est foutu’. Altijd gehold om je brood te verdienen, en als je goed gelopen hebt is dat leven om zeep. Voilà. De sociologische roepnamen van de veertigers liegen er niet om. Zij maken deel uit van de ‘verloren generatie’, de ‘cynische generatie’ en worden ook wel ‘ les orphelins’ genoemd, de weeskinderen. Maar het meest bekend zijn ze onder de naam ‘Generation X’. Kon een generatie dreigender betiteld worden dan in de roman Generation X: Tales for an accelerated culture (1991) van Douglas Coupland? Het begrip ‘X’ definieert niet, veeleer ontkent het inhoud. Deze generatie is als een X-file. Qua geboortejaar worden Gen X’ers gesitueerd tussen 1964 en 1980, maar zelfs dat wordt bediscussieerd. De reden? Gen X komt na de Babyboomers, en profileert zich als een ontkenning ervan. Toen de oudste GenX’ers opgroeiden, ruimden de hippie-idealen plaats voor twee oliecrisissen, autoloze zondagen, de Koude Oorlog, de nucleaire dreiging. De samenleving die ooit ‘Flower power’ beloofd had, bleek veeleer ‘No future’ te brengen. Veertigers kwamen echter niet in opstand, maar gingen mokken. Ze omschrijven zich vandaag makkelijk als ‘illusieloos’ en ‘ identiteitsloos’, als een ‘ collectief falen’ en als een groep ‘die aan alles moet meebetalen’. Ze herinneren zich de vele nepstatuten die ze moesten aanvaarden bij hun intrede op de arbeidsmarkt en wijzen naar Aids, naar Zwarte Zondag, Reaganomics en naar de ecologische dreiging. Wat te doen? Een zich sterk ontwikkelende ‘jeugdcultuur’ werd een alternatief voor de volwassen, steeds rechtsere orde. Het postmodernisme drong door. Sommigen kozen voor escapisme door dan maar hevig te gaan consumeren en de hebzucht te bejubelen: de ‘ young urban professional’ (yup) met zijn voorkeur voor merkkledij, was geboren. Maar de meeste veertigers vielen terug op het eigen aanpassingsvermogen, een attitude die als do it yourself bekend werd. Tweeverdieners werden in de jaren tachtig in Vlaanderen steeds vaker de norm en dat had een impact op gezinsstructuren en de plaats die kinderen kregen. Kortom, veertigers moesten ruimte zoeken en geven, en werden daardoor experten in het zoeken naar evenwicht. Een eigenschap waarmee ze verder konden. Vandaag zijn ze een generatie die zijn zwarte maatschappijbeeld omgeruild heeft voor meerdere tinten grijs. De veertigers bouwen bruggen, maken bewust, voelen zich verantwoordelijk.