We hebben de aarde veroverd. En nu?
De mensheid heeft het gelaat van de aarde veranderd. In Raversyde stellen kunstenaars daar een paar vragen bij.
Volgens sommige geleerden wegen we zo zwaar op onze planeet dat de sporen over miljoenen jaren nog zichtbaar zullen zijn. Het archeologisch museum van het provinciaal domein Raversyde (net buiten Oostende) heeft een reeks kunstwerken samengebracht die zich laten inspireren door onze ecologische voetafdruk. ‘En dat waren er al snel zo veel dat we genoeg materiaal hadden om parallel een tentoonstelling én een boek te maken’, zegt curator Tim Joye. ‘Ze heten allebei Manmade, maar het boek is geen catalogus bij de tentoonstelling, noch een repositorium voor overschotjes. Ze leiden hun eigen leven. In een boek kun je bijvoorbeeld essays stoppen, in een tentoonstelling tastbaarheid en wisselwerking met de omgeving.’ En video. De Brit Simon Faithfull toont er verscheidene, allemaal uitgaande van de vraag: ‘En als ook de mens het nu eens niet haalt?’ De beelden van een ver- laten walvistraanfabriek, overgenomen door zeehonden, zijn poëtisch en snijdend tegelijk. Net als die eenzaam zinkende boot, of die ene kleine mens in brandwerend pak bij dat brandende reuzenvliegtuig.
Betonstop
Met tristesse moet je bij architect Luc Deleu dan weer niet aankomen. ‘De barricade moet terug in de kunst komen’, vindt hij. Zijn verticaal gestapeld bouwpuin is meteen ook een commentaar op
de bouwwoede waarmee wij het gezicht van de aarde veranderd hebben. Op een steenworp van die gruwelijke betonnen muur van appartementsgebouwen langs onze kust, komt die boodschap extra luid door. Niet dat bouwen altijd slecht is: Louis De Cordier bouwde met 1.300 zandzakjes een reusachtige bijenkorf: die moet langzaam begroeid raken en deel worden van de natuur. Want zonder bijen en hun bouwsels geen bestuiving, geen planten, geen dieren en geen mensen. In een gereconstrueerd middeleeuws vissershuis van de permanente collectie treffen we een bizar werk van de Franse kunstenaar en ex-visser Nicolas Floc’h. Hij schreef in één continue lijn het woord ‘poisson’ op een zeekaart, en beviste dan die lijn van veertig kilometer in het echt, terwijl hij de vissers filmde. Tweehonderd kilo vis werd verkocht in een viswinkel in Nantes, op voorwaarde dat de klanten nadien meldden wat ze met de vis hadden gedaan. Het contrast tussen het harde werk van de vissers – ‘de koerswending op het puntje van de i was echt gevaarlijk’ – en het efemere van het idee kan moeilijk groter zijn.
Wandelende inktvis
We ontmoeten Floc’h nog een tweede keer, nu met organisch gevormde betonnen elementen voor een onderzees rif. Normaal gebruikt men simpele geometrische vormen, dat is handiger voor de makers. Veerle Boel en haar ingenieursstudenten aan de UGent hadden een hele klus aan het verzoek van Floc’h, zelfs met gebruik van ook in Gent ontworpen extradicht beton dat niet getrild moet worden. Ze gebruikten uiteindelijk flexibele mallen van geotextiel, die ze ondersteboven ophingen – zoals ook Gaudí met zijn ontwerpen deed – zodat ze vanzelf de krachtlijnen van de zwaartekracht volgden. Het resultaat ziet eruit als een inktvis die op zijn tenen loopt, of zo’n fruitpers van Philippe Starck. Gewoon mooi, zonder dat je beseft hoeveel wetenschap erachter zit. Van Maarten Vanden Eynde zijn rolkeien van baksteen te zien (inclusief voegpatroon). Baksteen en beton gaan ons lang overleven. De rolkeien liggen netjes in de vitrine van het archeologisch museum waar normaal middeleeuwse bakstenen liggen. Niet de enige keer dat met de bezoeker gespeeld wordt. Zo is er ook een stopcontact van het collectief HeHe, waar geregeld stoom uitkomt. Sommige bezoekers grijnzen, anderen verwittigen voor alle veiligheid toch maar de suppoost. Ook al netjes tussen de antieke spullen staat een vitrinekast met Delfts Blauw van Wim Delvoye. Het duurt even eer je doorhebt dat je naar cirkelzagen en een butagasfles kijkt. Industrieel spul, maar ‘Delfts’ wordt al heel lang wereldwijd op industriële schaal nagemaakt. De ironie wil dat het ‘originele’ Delfts porselein zelf ook grootschalige namaak was van Chinees Ming-porselein. Jawel, de menselijke voetafdruk is al eeuwen wereldgroot. En tegenwoordig zelfs groter dan dat, als je onze met lichtsnelheid uitdijende bol van radio- en tv-signalen ziet. Vanden Eynde herinnert ons eraan met een schotelantenne vol printplaten. Bij die wereldwijde monocultuur plaatst Vanden Eynde nog een kanttekening. Hij nam een Ikea-kopje, sloeg het aan scherven en ‘ reconstrueerde’ het met die typische witte klei waarmee archeologen ontbrekende delen in hun reconstructies overbruggen, tot een complete vaas. De Britten Ackroyd & Harvey gingen nog verder in het ombouwen. Ze verkoolden een bot van een dode ijsbeer en maakten er een industriële diamant mee. De diamant zelf, en foto’s van zijn wording, zijn te zien op de tentoonstelling. Ze roepen vragen op over vergankelijkheid. Net als de lens van poolijs van dezelfde kunstenaars, die geen licht kan focussen, wegens te veel fouten in het ijs. De laatste vraag is voor Leo Copers, die in een diepvriesvitrine een ijsblok legde, met een zwaard erin gevroren. Wat als het ijs smelt en het zwaard vrij komt? ‘Manmade’, tot 2 oktober in Raversyde ¨¨¨èè
Uit een stopcontact van het collectief HeHe komt geregeld stoom. Sommige bezoekers grijnzen, anderen verwittigen voor alle veiligheid toch maar de suppoost Het verticaal gestapeld bouwpuin van Luc Deleu is een commentaar op de bouwwoede waarmee wij het gezicht van de aarde veranderd hebben