Vlamingen zijn dol op de zoete patat. Nu nog de boer
Kwekers van zoete aardappels kunnen de vraag nauwelijks bijbenen. Vlaanderen wil meeprofiteren van de populariteit van deze nieuwe groente.
BRUSSEL | Jeroen Meus combineert ze met guacamole. Sofie Dumont serveert ze met geroosterde bloemkool. Ilse D’Hooge verwerkt ze in een groententaart. Zoete aardappels zijn overal. Behalve op de velden van de Vlaamse boeren. En daar moet verandering in komen, vindt het Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen in Kruishoutem. ‘Er is veel vraag naar van telers’, vertelt Annelien Tack, die onderzoek doet naar openluchtgroenten. ‘Maar de resultaten zijn tot nu toe niet zo succesvol. Vandaar dat we op zoek gaan naar manieren om dit gewas hier met succes te telen’. De zoete aardappels die nu in de Vlaamse supermarkten liggen, komen meestal uit Zuid-Europa of de Verenigde Staten. Vooral dat laatste land is de absolute wereldleider. De Amerikanen eten de groente al van oudsher, maar herontdekken de sweet potatoes als gezond en voedzaam gerecht. Hamburgerrestaurants serveren ze als alternatief voor de traditionele frietjes. In de VS is de consumptie per hoofd van de bevolking sinds 2002 verdubbeld. De export verdubbelde zelfs in vijf jaar tijd en verbeterde dit jaar opnieuw een record. De oppervlakte aan boerenland waarop zoete aardap- pels worden geteeld, is nu groter dan ooit. Geen wonder, want het is een zeer rendabele teelt. Een acre – iets minder dan een halve hectare – zoete aardappels bracht de Amerikaanse boer vier jaar geleden 827 dollar op, dit jaar wordt al gerekend op 1.200 tot 1.400 dollar.
Oogsten in het najaar
Vlaamse boeren willen graag deel uitmaken van dit succesverhaal, maar tot nu toe is dat nog niet gelukt. Het schort voorlopig nog aan kwalitatief plantmateriaal, dat optimaal is toegesneden op de Vlaamse klimatologische en bodemkundige omstandigheden. ‘We zijn nu bezig om verschillende rassen uit te testen’, vertelt Tack. ‘We kijken welke rassen de beste opbrengst geven, en wat er mogelijk is in de openlucht en onder een plastic koepel.’ Een van de problemen, zegt ze, is dat de zoete aardappel niet tegen bodemtemperaturen van minder dan 10 graden kan. Dat maakt het seizoen tussen aanplant en oogst relatief kort. Tack: ‘We kijken ook of we via veredeling tot rassen kunnen komen die minder tijd nodig hebben voor een goede opbrengst’.
In de index
In Nederland wordt ook gepoogd om lokale zoete aardappels te telen. In Groot-Brittannië is het al gelukt. Na drie jaar van proefnemingen in Kent is een methode ontwikkeld waarbij de aardappels in een laag organisch materiaal worden geteeld, om ze warm te houden. Lokaal geteelde zoete aardappels liggen er nu in de supermarkten. De groente is bij de Britten zo populair dat ze zelfs is opgenomen in de indexkorf. Annelien Tack is optimistisch: ‘Voorlopig loopt het goed. In september en oktober komen geïnteresseerde telers de proefvelden bezoeken. In het najaar hopen we te oogsten.’
Het schort voorlopig nog aan kwalitatief plantmateriaal, dat optimaal is toegesneden op de Vlaamse klimatologische en bodemkundige omstandigheden