Blijven we de Turkse moskeeën subsidiëren?
De door onze provincies gesubsidieerde Turkse moskeeën in Vlaanderen worden geleid door het Turkse Diyanet, het ministerie van Religieuze Zaken. Moeten we dat in het licht van de recente gebeurtenissen niet in vraag durven te stellen, poneert
De zuivering in het ministerie van ‘Religieuze Zaken’ kan repercussies hebben op de werking van de Diyanet-moskeeën in Vlaanderen
De mislukte militaire staatsgreep in Turkije en de reactie van president Erdogan daarop, verhitten wereldwijd de gemoederen. Toch moeten we erop toezien dat de conflicten en de tegenstellingen in de Turkse samenleving niet worden geëxporteerd naar ons land. Een van de instrumenten waarover de Turkse staat beschikt om in Vlaanderen invloed uit te oefenen op haar landgenoten, is het netwerk van de Turkse moskeeen. Het Vlaamse Gewest is sinds 2006 bevoegd voor de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen, en dus ook voor de erkenning van moskeeën. In december 2007 keurde de toenmalige minister van Binnenlands Bestuur, Marino Keulen, voor het eerst de erkenning van acht moskeeën in Vlaanderen goed. In 2008 volgden nog acht erkenningen, en ondertussen werden er al achtentwintig moskeeën erkend in Vlaanderen. Zo goed als alle erkende Turkse moskeeen behoren tot het zogeheten Diyanetnetwerk, en vallen dus rechtstreeks onder het gelijknamige ministerie van ‘Religieuze Zaken’ van de Turkse Republiek. Dat ministerie is ook bevoegd voor het rekruteren en benoemen van de imams in die moskeeën.
Potentieel machtsinstrument
Na de recente gebeurtenissen in Turkije, en rekening houdend met de zuiveringen die plaatsvinden binnen dat ministerie van ‘Religieuze Zaken’, rijst de vraag of de erkenning van die Turkse moskeeën niet moet worden herbekeken, of op zijn minst van zeer nabij moet worden opge- volgd. De zuivering binnen het ministerie van ‘Religieuze Zaken’ zou immers ook repercussies kunnen hebben op de werking van de Diyanet-moskeeën in Vlaanderen. Bovendien worden deze erkende moskeeen gesubsidieerd door onze provinciale overheden, zoals dat in de Vlaamse regelgeving wordt voorgeschreven. Is het wel opportuun om een potentieel machtsinstrument voor president Erdogan te subsidiëren? Dat is een pertinente vraag, zeker nu steeds duidelijker wordt dat men het in Turkije niet altijd even nauw neemt met bepaalde democratische grondrechten. Die vraag zou nog veel pertinenter worden mocht blijken dat in deze moskeeën wordt opgeroepen tot boycot of zelfs geweld jegens aanhangers van de moslimgeleerde Fethullah Gülen.
Schot voor de boeg
Als zou blijken dat het inderdaad in die richting evolueert, dan zou de Vlaamse regering moeten overwegen om de erkenning en de daarmee gepaard gaande subsidiëring van deze moskeeën in te trekken. Dit kan ze krachtens de huidige regelgeving aangaande de erkenning van lokale geloofsgemeenschappen. Meer bepaald de artikelen 7 en 4 van die regelgeving bieden die mogelijkheid, wanneer er onder andere wordt opgeroepen daden te stellen die in strijd zijn met onze Grondwet of met het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Een schot voor de boeg vanuit Vlaanderen richting Turkse autoriteiten om hun moskeeën niet te misbruiken voor politieke doeleinden zou in deze een goed signaal zijn.