‘Geef vrouwen tot 20 weken om te kiezen voor abortus’
Wie voor abortus kiest, kan dat momenteel maar binnen de eerste twaalf weken van een zwangerschap. SP.A wil dat optrekken tot twintig weken, zoals dat in Nederland het geval is. De partij krijgt daarbij de steun van abortuscentra.
BRUSSEL | Elk jaar trekken tussen de 500 en 600 Belgische vrouwen de grens met Nederland over om daar een abortus te laten uitvoeren. Het zijn allemaal vrouwen die meer dan twaalf weken zwanger zijn, en dus in ons land geen recht meer hebben op een vrije abortus – alleen als er ernstige gezondheidsrisico’s zijn, kunnen ze de zwangerschap nog beëindigen. ‘Een hypocriete situatie’, zegt SP.A-kamerlid Karin Jiroflée, die daarover in de Kamer een resolutie indiende, samen met haar partijgenote Monica De Coninck. ‘ De Belgische abortuscentra mogen die vrouwen wel naar Nederland doorverwijzen, maar in eigen land is de ingreep niet toegestaan. Voor de abortus in Nederland krijgen vrouwen trouwens ook geen enkele tussenkomst. Zij betalen er de volle pot, van 600 tot 900 euro.’
Geen medisch beletsel
Om dat ‘abortustoerisme’ te stoppen, stellen Jiroflée en De Coninck voor om de termijn op te trekken tot twintig weken, zoals dat ook in Nederland het geval is. ‘Er is geen enkele medische reden om die grens op twaalf weken te houden’, zegt Jiroflée. De twee SP.A-kamerleden koppelen daar ook een vermindering van de bedenktijd aan, de periode die bedoeld is om vrouwen de kans te geven van mening te veranderen. ‘Nu mag er geen abortus worden uitgevoerd binnen de zes dagen na de eerste consultatie. Dat is psychologisch zeer belastend, en als je dicht tegen de grens van twaalf weken zit, loop je het risico om te laat te zijn. Het zou beter zijn om dat te beperken tot 48 uur.’
Kwetsbare vrouwen
De abortuscentra staan achter het voorstel om de termijn op te trekken tot twintig weken. ‘Het gaat om een relatief kleine groep vrouwen die naar Nederland trekken, maar onze ervaring leert wel dat het meestal kwetsbare vrouwen zijn die vaak in moeilijkheden zitten’, zegt Karine Vrancken, coördinator van de vzw Luna, die de abortuscentra in ons land overkoepelt. ‘Het is een land als België onwaardig dat zij nog steeds naar het buitenland moeten gaan. Het is zoals dertig jaar geleden, toen er nog geen Belgische abortuswet was. Ook toen trokken vrouwen naar Nederland voor een abortus.’ Als oplossing schuift Vrancken één gespecialiseerd Belgisch centrum naar voren. ‘Het aantal vrouwen dat nu naar Nederland en Groot-Brittannië (waar de termijn op 22 weken ligt) trekt, is klein genoeg om in één centrum op te vangen’, meent Vrancken. ‘Maar dan moet de wet wel eerst veranderd worden.’ In hun resolutie vragen Karin Jiroflée en Monica De Coninck ook dat abortus helemaal uit de strafwet wordt gehaald. Nu is dat nog niet zo, waardoor vrouwen volgens hen met een schuldgevoel worden opgezadeld. Ook vragen de SP.A-kamerleden dat er meer aandacht komt voor preventie. Via de scho-
‘Nu mag er ook geen abortus worden uitgevoerd binnen de zes dagen na de eerste consultatie. Dat is psychologisch zeer belastend’
len zouden jongeren meer bewust moeten worden van ongewenste zwangerschap. ‘Maar eerst en vooral moet er meer wetenschappelijke informatie komen’, benadrukt Jiroflée. ‘Bij de goedkeuring van de abortuswet ruim 25 jaar geleden was er in een evaluatiecommissie voorzien, maar die werkt al jarenlang niet meer. Die moeten we nieuw leven inblazen en de opdracht geven om meer wetenschappelijke informatie te verzamelen. Op basis daarvan kunnen we dan de wetgeving verbeteren.’