Rampenfonds zit niet in geldnood
BRUSSEL | Na het noodweer van zaterdag in het oosten van Vlaams- en Waals-Brabant zijn opnieuw huizen en landbouwgronden onder water gelopen. De getroffen gemeenten vrezen dat het geld van het Rampenfonds, dat dit jaar al twee natuurrampen dekt, opraakt. Het kabinet-Bourgeois bedaart de gemoederen. In Linter viel in juni 40 liter water in een halfuur tijd. ‘ Dit weekend hadden we het al over 85 liter’, zei de burgemeester Marc Wynants (CD&V) aan de VRT. ‘De toestand is rampzalig. Het water stond op sommige plaatsen meer dan een halve meter hoog.’ In Kortenaken klinkt eenzelfde geluid. Opruimen tot ’s nachts, kijken of er speciale openingsuren kunnen worden voorzien voor al het puin dat naar het containerpark moet worden gebracht, en vingers kruisen dat het Rampenfonds de hevige wateroverlast als natuurramp erkent. Beide gemeenten hopen daarop. ‘Maar we zijn bang dat het fonds uitgeput raakt door al dat noodweer van de voorbije maanden.’
Brandverzekering
Mensen die geen aanspraak kunnen maken op een vergoeding via hun brandverzekering zouden dan uit de boot vallen. Volgens het kabinet van Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) is er geen reden tot paniek: ‘Dit jaar is noodweer inderdaad al twee keer erkend als natuurramp, maar dat betekent niet dat de middelen uitgeput zijn of raken. Het fonds zit niet in geldnood.’ Vorig jaar voorzag de Vlaamse regering 12,7 miljoen euro. In totaal werd in 2015 ongeveer 5,3 miljoen van het bedrag gebruikt, inclusief 4,25 miljoen van rampen die al in 2014 erkend waren. Dit jaar werd weer 12,7 miljoen euro voor het Rampenfonds ingeschreven in de begroting.