Bel20 steeds minder Belgisch
De Brusselse beursdirectie heeft gisteren in Amsterdam de groep Ahold Delhaize verwelkomd als Belgisch Bel20-bedrijf. De ‘buitenlanders’ Engie, ING en Galapagos gingen AD al eerder voor.
| Weerspiegelt de Bel20 de Belgische economie nog voldoende? In de top vijf van de grootste Belgische Bel20-bedrijven zitten maar liefst drie buitenlandse ondernemingen: energiegroep Engie, bankgroep ING en Ahold Delhaize. Die laatste is goed voor een beurswaarde van 28 miljard euro of grofweg de opgetelde beurswaarde van de onderste negen spelers in de Bel20. Het is duidelijk dat de beurs het moeilijk heeft om zich neer te leggen bij de economische realiteit. België is bij Electrabel, onderdeel van Engie, al lang geen factor meer in de door Parijs aangestuurde groep. Ook Delhaize zal snel merken dat voortaan Zaandam de scepter zwaait. De vroegere woordvoerders op corporate niveau verdwijnen zelfs. Belgische journalisten moeten voortaan met de Nederlandse woordvoerders van Ahold telefoneren.
Pragmatische aanpak
‘Ik denk dat Engie in België nog meer economische activiteit heeft dan AB InBev’, reageert Vincent Van Dessel, directeur van Euronext België. Een criticus wijst erop dat AB InBev zich wel presenteert als een in België verankerde groep en dat het niet aan de beurs is om Engie voor te stellen als een Belgische speler. De pragmatische aanpak van de beurs verrast soms zelfs bedrijven. Toen ING Groep bijvoorbeeld haar verzekeraar afstootte, kreeg de bank van de Brusselse beurs te horen dat ze Belgisch was. ING was blij met het nieuws. Het pragmatisme is ingegeven door de kaalslag op de beurs. Zij doet er alles aan om toch nog enkele grotere en de facto liquide aandelen hier te houden om op die manier (internationale) beleggers een liquide product te kunnen aanbieden. Concreet is een bedrijf Belgisch als ofwel één derde van de balans uit Belgische activa bestaat, ofwel 15 procent van de jobs Belgisch is, ofwel ‘één derde van de beslissingsactiviteiten in België ligt’. Is het bedrijf ook groot genoeg, dan komt het automatisch in de Bel20. Bovendien wordt het criterium ‘beslissingscentrum’ erg soepel toegepast. Hoofdkantoor niet in België? Geen probleem, ‘ subkantoren’ tellen ook mee. Zo heeft Delhaize al gezegd dat het in Anderlecht een ‘Europees center’ heeft. Voor bestaande spelers geldt niet de 33-33-15-regel, maar volstaat 20-20-10 vanuit de ‘continuïteitsgedachte’.
Twee indexen
Kan de Brusselse beurs niet beter grotere Belgische bedrijven die net buiten de Bel20 vallen, opvissen in plaats van voor buitenlandse bedrijven te kiezen? ‘Je zou kunnen opteren voor twee beursindices. De Bel Big, waarin dan ook de middelgrote bedrijven zitten, en een Bel Small’, zegt beursspecialist Tom Simonts van Bolero (KBC). Hij waarschuwt wel dat essentieel is om voldoende liquide aandelen in de Bel Big te hebben. ‘Maar lid zijn van de index kan ook de liquiditeit van het aandeel ten goede komen’, zegt Simonts. Bedrijven als Melexis, D’Ieteren, Fluxys en Lotus Bakeries hebben allemaal beurswaarden die in de buurt liggen van de 2 miljard euro. Kinepolis, Van de Velde, Tessenderlo, Gimv en Euronav staan wellicht ook niet mis in zo’n bredere index.
Nationale vlag
Euronext-directeur Van Dessel waarschuwt dat de massa vrij verhandelbare aandelen van een bedrijf goed moet zijn voor één miljard euro. ‘We hebben tien jaar geleden die regel verstrengd. Als je te weinig liquide aandelen in je index hebt, riskeer je dat beleggers de hele index links laten liggen.’ Simonts meent dat de tijd van ‘mandjeshandel’ in een geglobaliseerde wereld minder aan de orde is. ‘ Zo’n index is een beetje zoals het planten van een nationale vlag op de beurs.’ Toch meent Van Dessel dat nog altijd enkele honderden miljoenen euro’s van de beurshandel specifiek gericht zijn op de grootste Belgische aandelen. ‘Telkens als we de samenstelling van de Bel20 aanpassen, zien we dat het volume op die dag drie keer zo hoog ligt.’ De eerstvolgende aanpassing van de index gebeurt in februari 2017. Dan zal duidelijk zijn of Ahold Delhaize in de Bel20 blijft.
‘Je zou kunnen kiezen voor twee beursindices: de Bel Big, waarin ook middelgrote bedrijven zitten, en een Bel Small’