Een boemerang met gsmstraling
De Brusselse politie wil de Iraanse student die urenlang onder schot werd gehouden, laten opdraaien voor de kosten van de onnodige interventie. Ook deze gerechtelijke actie zou weleens een flop kunnen worden, schrijft JAN NOLF.
Het bericht over het ‘vals alarm’ dat een Iraanse doctoraatsstudent veroorzaakte in Brussel, heeft The New York Times gehaald. In de actie #positivebelgium konden we dit missen als kiespijn. Gelukkig publiceerde de krant niet het excuus dat de politie voor het misverstand gaf: ‘Hij sprak alleen maar Engels.’ Dát had onze horeca pas toeristen gekost. Er was ook goed nieuws: de jongeman heeft het overleefd. Het is maar een kwestie van tijd vooraleer het hypernerveuze veiligheidsklimaat onschuldige politieslachtoffers maakt. Ondertussen heeft de politiezone Brussel Hoofdstad–Elsene aangekondigd dat ze de student (én zijn universiteit) voor de kosten van de actie wil doen opdraaien. Daartoe zal de politie de fout van de student moeten bewijzen, de schade van haar diensten aantonen, en een oorzakelijk verband dat van het ene naar het andere leidt. Pas als die drie voorwaarden vervuld zijn, is de student ‘verantwoordelijk’. In het zomerse Brussel rondlopen in een dikke winterjas is geen fout. Evenmin kan het (bewakings-)agenten of zelfs mensen in het publiek ten kwade geduid worden dit ‘opmerkelijk’ te vinden – wat dan aanleiding kan geven tot een controle. Volgens de eerste berichten had de student overigens wel een document bij om te sta- ven dat hij gsm-straling aan het onderzoeken was. Dat getuigt van voorzichtigheid die voor hem en de UGent pleit. Waarom dat niet geleid heeft tot een snellere oplossing van het misverstand, zal de Brusselse politie aan de rechter moeten uitleggen.
Babylon
De fout waarop de politiediensten hun betoog steunen, zal allicht draaien rond een beweerd gebrek aan medewerking van de student bij de interpellatie. Maar het is niet duidelijk welk bevel de jongeman zou genegeerd hebben. Dat de politie zelf zoveel belang hechtte aan de taalproblematiek, kan illustreren dat vooral zijzelf schuldig is aan
We gaan toch geen mensen bestraffen om hoe ze eruitzien of hoe ze zich kleden?
een Babylonische spraakverwarring. Bovendien kan het Comité P. aan de inzet van onevenredige middelen ook een vette kluif hebben. De wet op het politieambt bepaalt immers dat elk gebruik aan geweld redelijk moet zijn in verhouding tot het legitiem nagestreefde doel. In zijn verslag na de zaak-Jonathan Jacob benadrukte het Comité P overigens nog de noodzaak van onderhandelaars. Hier blijkt eerder van een pijnlijk communicatieprobleem sprake dat tot de urenlange stand-off heeft geleid.
Racial profiling
De politie beweert nog dat het standaard is dat de ‘schuldige’ moet opdraaien voor de gemaakte kosten. Dat is absurd. Aangezien hier mogelijk sprake is van racial profiling, geef je zo het signaal dat mensen die wegens hun ‘profiel’ gecontroleerd worden, moeten bijdragen in de kosten van die gemeenschapsdienst. We gaan toch geen mensen bestraffen om hoe ze eruitzien of hoe ze zich kleden? Zelfs al zou een element in de houding van de student bijgedragen hebben tot verdere argwaan, dan nog lijkt hij allerminst aansprakelijk voor de hele heisa, en de UGent – die zelf heel ongelukkig communiceerde – evident zo mogelijk nog minder. Nog los van een aantal procedureproblemen (kan de politie van Brussel Hoofdstad de kosten van Defensie invorderen?) kondigt het proces zich aan als een delicate testcase voor veiligheidskosten. Het vonnis kan bij de Brusselse politie als een boemerang in het gezicht terechtkomen. Wat de Iraanse student onderging, was een traumatische vorm van bedreiging, en dat is ook een vorm van geweld.