MATTHIAS SOMERS En maar herstellen
Breed lachend staan de federale ministers op de foto, zichzelf schouderklopjes gevend voor het gevoerde beleid (DS 25 juli). Twee jaar ‘sociaaleconomische herstelregering vanaf dag één’: dat moest gevierd. Dat België in die tijd is teruggevallen van een van de snelst groeiende Europese economieën naar een van de slechtst presterende: geen hond die erom maalt, zolang het VBO en Voka maar bemoedigend knikken. Want we hebben geleerd: het kon zo niet verder. We moesten de tering naar de nering zetten. Al die werklozen en al die langdurig zieken, we konden ons dat niet meer permitteren. Minder uitkeringen, minder belastingen. En vanaf morgen zou de motor dan wel weer aanslaan. Of overmorgen. Anekdotiek kan net zozeer verblinden als ideologie. En toch. Enkele weken geleden werd ik voorgesteld aan een Kempisch koppel. Hij werkte in een magazijn voor een mager loon, zij had ontslag moeten nemen om voor een van de kinderen te kunnen zorgen, een jongen met een zware autismespectrumstoornis die al te vaak niet naar school kon. Ziekteperiodes volgden elkaar op, facturen bleven liggen, de huur bleef een keer onbetaald. Voor ze het goed en wel beseften, belandden ze in schuldbemiddeling, kwam de deurwaarder langs met een bevel tot uithuiszetting en kregen ze van het OCMW een briefje waarmee ze bij de voedselbedeling terechtkonden, goed voor brood en vervallen pasta.
Voor ze het goed en wel beseften, belandden ze in schuldbemiddeling
Het zijn de vernederingen: telkens opnieuw moeten uitleggen waarom ze nu staan waar ze staan, telkens opnieuw de beschuldigende vragen, zich telkens opnieuw moeten verantwoorden bij een anonieme ambtenaar voor elke stap die ze zetten (dat treinticket naar Brussel, waar ik hen zag, zou hen nog zuur opbreken, wisten ze: ze hadden het recht niet hun geld te besteden aan zulke tierlantijntjes). Telkens opnieuw dankbaar moeten zijn voor het pakketje voedsel dat in hun handen geduwd wordt, telkens weer ’s avonds weten dat de volgende dag net hetzelfde brengt, en de dag nadien opnieuw, en daarna weer – terwijl elke dag het moment dichterbij komt waarop ze uit hun appartement gezet zullen worden. We hebben de afgelopen decennia een hele machinerie gebouwd om te activeren en te responsabiliseren, om mensen ‘vooruit te helpen’ en ‘alle kansen te geven om te groeien’. Brute pech voor wie door die machine vermalen wordt. Collateral damage.