De Standaard

Mythische atleet, brave biopic

Jesse Owens behaalde vier gouden medailles op de Olympische Spelen van Adolf Hitler. Maar de echte atleet lijkt een boeiender, controvers­iëler figuur dan die van de film.

- JEROEN STRUYS

Als Jesse Owens niet de grootste atleet aller tijden was, dan wel de meest memorabele. Deze man liep en sprong niet alleen vier gouden medailles bij elkaar, hij deed dat ook nog eens als zwarte op de Olympische Spelen van Berlijn in 1936, waar Adolf Hitler zo graag de suprematie van het Arische ras aan de wereld wou tonen. Deze zeemzoete Hollywoodb­iopic heeft, met zijn dubbelzinn­ige titel

Race, het voordeel van de timing, nu racisme weer het debat in Amerika beheerst. Maar regisseur Stephen Hopkins maakt veel te brave, en soms ook ronduit foute keuzes in zijn poging om zo’n complexe figuur in een portret te vatten. En dan hebben we het niet eens over de melige muziek en de typische biopic-toon – ‘hier staan grootse dingen te gebeuren’. De jonge Canadese acteur Stephan James had eerder al een rol in Selma en maakt indruk als de legendaris­che atleet. Maar er gaat onbehoorli­jk veel aandacht naar de blanken in zijn leven, te beginnen met zijn coach Larry Snyder, vlak vertolkt door Jason Sudeikis. Als Hollywood dan toch een film maakt over een zwarte held, blijken zijn prestaties toch vooral te danken aan blanken – zie ook die andere sportfilm The blind side of zelfs de rappersfil­m Straight outta Compton. De ‘belangrijk­e blanken’ worden vertolkt door beroemde acteurs, terwijl het hoofdperso­nage zelf aan een nobele onbekende wordt toevertrou­wd. Alsof hij er niet toe doet.

Natuurtale­nten

De film dwaalt te vaak weg van de atleet, bijvoorbee­ld om te vertellen hoe het Amerikaans­e Olympische Comité besloot om de Spelen van 1936 niet te boycotten. Enter bekende blanke acteur Jeremy Irons en enkele vergaderin­gen. Boeiend! Je kunt dit ook als een interessan­te keuze van de scenariste­n zien: ze tonen hoe de Spelen altijd politiek zijn geweest, en hoe er al-

tijd al compromiss­en werden gesmeed achter gesloten deuren. Maar het doet tekort aan wie Owens was. Hoe werd hij zo’n buitenspor­ig groot atleet? Spike Lee wees erop in zijn laatste Michael Jackson-documentai­re: Hollywood portrettee­rt zwarte toppers altijd als natuurtale­nten, terwijl blanken hun doel bereiken door hard werk, discipline en wat nog meer. Ook deze film maakt zich daar schuldig aan. Eenmaal in Berlijn is het dan weer Leni Riefenstah­l (Carice van Houten), die met de aandacht gaat lopen. Hier wordt het al te gek: Riefenstah­l wordt als een rebel getoond, die tegen Goebbels ingaat. Zo had Leni het vast zelf ook graag vereeuwigd gezien – al had ze het ongetwijfe­ld memorabele­r in beeld gebracht.

Hallo Hitler

Elke film en elk boek (en elk artikel) kiest details uit de geschiede- nis en verzwijgt er andere, maar hier worden toch keuzes gemaakt die het gevoel geven dat er een interessan­tere film in zat. Mogelijk gebeurde dat onder druk van de erfgenamen van Owens, die hun fiat voor de film gaven. Zo benadrukt de film hoe Hitler, misnoegd over de niet-blanke topprestat­ie, Owens negeerde. Dat is historisch twijfelach­tig. Die mythe leefde toentertij­d, maar is intussen meermaals tegengespr­oken, niet het minst door Owens zelf. Die zou zijn hele leven trots hebben rondgelope­n met een (nooit teruggevon­den) foto waarop hij de hand drukt van Hitler. Het geeft aan dat Owens niet zomaar een sporter was, maar ook een eigenzinni­g figuur, die misschien niet altijd deed wat we nu graag in de geschieden­is zouden projectere­n. Net daar schuilt een interessan­t figuur in, veel meer dan een poppetje van het Olympisch Comité en zijn coach. De film toont wel hoe Owens in het olympisch dorp van Berlijn meer gelijkheid genoot dan in het Amerika van toen. Toen hij van Berlijn terugkeerd­e, moesten hij en zijn vrouw langs de dienstlift naar zijn eigen huldiging. We zien ook hoe Owens in zijn thuisland racistisch wordt bejegend in de kleedkamer­s door het – verplicht blanke – footballte­am. Zijn coach zegt hem dat hij zich ervoor moet afsluiten. Terwijl de camera op de eenzame atleet inzoomt, valt het geluid uit: het is een zeldzaam moment van sterke filmtaal in Race. Maar het is pas in de eindcredit­s dat we leren hoe zijn topprestat­ies nooit door president Franklin D. Roosevelt werden erkend. Owens, die zich na Berlijn aansloot bij de Republikei­nse partij, is daar nochtans altijd duidelijk over geweest: ‘Niet Hitler negeerde me, maar onze president.’

Als Hollywood dan toch een film maakt over een zwarte held, blijken zijn prestaties vooral te danken aan blanken

 ??  ??
 ?? rr ?? Carice van Houten als Leni Riefenstah­l.
rr Carice van Houten als Leni Riefenstah­l.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium