Medicatie met de paplepel
BRUSSEL | De helft van de kinderen jonger dan drie jaar krijgt minstens één keer per jaar antibiotica, blijkt uit nieuwe cijfers. ‘We geven geneesmiddelen met de paplepel binnen’, zeggen de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Ze analyseerden het medicijngebruik in 2014 van 70.403 kinderen jonger dan drie jaar. Geen enkel ander medicijn wordt zo vaak terugbetaald aan kinderen als antibiotica. Op plaats twee staan aerosols, medicatie tegen ademhalingsziekten als astma. Vier op de tien jonge kinderen krijgen die. Erg hoge cijfers, vindt Ann Ceuppens, directrice van de studiedienst: ‘Dokters springen te los om met het voorschrijven van medicatie aan kinderen.’ Het probleem zit onder meer bij het behandelen van luchtweginfecties. Gehoest maakt ouders nerveus, maar is nog geen reden om medicatie te geven. ‘Als kinderen alleen verkouden zijn en hoesten zonder koorts of kortademigheid, is er geen reden tot ongerustheid. Vooral geduld is dan een goed medicijn’, zegt kinderlongarts Kris De Boeck (UZ Leuven). De Boeck publiceerde drie jaar geleden een vergelijkbaar onderzoek, op basis van gegevens uit 2005 en 2006 over kinderen tussen 0 en 3 jaar. Daaruit bleek dat voor 45 procent minstens één keer medicatie tegen astma was afgeleverd. In het nieuwe onderzoek ligt dat percentage iets lager. ‘Maar vier op de tien baby’s is nog steeds te veel.’ De vooruitgang op het vlak van antibiotica is groter. In 2005 en 2006 kregen zeven op de tien kleine kinderen antibiotica, volgens de nieuwe steekproef is dat nog slechts de helft. ‘Antibiotica op jonge leeftijd kunnen het risico verhogen om op latere leeftijd chronische ziekten te krijgen’, zegt Ceuppens. ‘Bovendien werkt overgebruik resistentie in de hand.’