HOE VIES ZIJN STUDENTEN DIE HUN KOT NOOIT POETSEN? De geur van ongewassen lakens in een onverlucht kot
Het was een geel-wit geruite keukenhanddoek. Ik was de enige die de keuken van ons studentenkot geregeld gebruikte maar kijk, nu had iemand zijn keukenhanddoek bij die van mij gehangen, als een briefje dat onder de deur geschoven werd: toenadering! Dat bleek al snel tegen te vallen. Aan het eind van het academiejaar hing de handdoek nog steeds aan dezelfde vensterklink zonder dat ik wist van wie hij was, het wit intussen vergrauwd, de vezels vettig. Zijn eigenaar gebruikte hem om in het holst van de nacht cheeseburgers uit de magnetron te halen, denk ik nu. Toen zat ik mijn eerste jaar op kot en drong het maar gaandeweg tot mij door dat de meeste van mijn leeftijdgenoten helemaal niets hadden met huiselijkheid of hygiëne. De geur van nooit gewassen lakens in een nooit verluchte kamer had zich in hun sjaals en aan hun neusharen gehecht. Ze merkten hem nergens nog op. Tom Van De Wiele, professor microbiële ecologie en technologie aan de Universiteit Gent, moet de geur ook weleens tegenkomen tijdens een hoorcollege of examen. Zorgwekkend vindt hij hem niet. ‘Ik denk niet dat je in een studentenkamer meteen besmettingsgevaar krijgt wanneer je ze niet schoonmaakt of verlucht’, zegt Van De Wiele. ‘Je zult veeleer de geleedpotigen zoals spinnen en mijten aanmoedigen. En dat klinkt erger dan het is: mensen leven al millennia met hen samen.’ Ook wie wél hygiënisch van aard is, heeft beestjes in zijn huis – zelfs op onze huid leven duizenden microscopisch kleine mijten. Tot voor kort hadden onderzoekers alleen oog voor geleedpotigen die schade aanrichten of ziekten verspreiden in onze huizen, maar een team van de North Carolina State University besloot het ruimer te zien en verzamelde in vijftig woningen álle geleedpotigen die het kon vinden. Dat leverde een wonderlijke soortenrijkdom op: minimaal 32 en maximaal 211 verschillende soorten per woonst. De meeste daarvan zijn geen ongedierte, maar piepkleine soorten die braaf onder de radar blijven, zoals spinnetjes, boekenluizen en galmijten.
Poetsen met bacteriën
Eeuwenlang bestond hygiëne erin dat je zo veel mogelijk niet-menselijke levensvormen uit je huis weerde. Maar die opvatting is achterhaald, nu we de apparatuur hebben om te zien hoeveel minuscule organismen er onvermijdelijk met ons samenleven, en hoe de overgrote meerderheid daarvan volstrekt onschadelijk is. Het heeft geen enkele zin die onschadelijke soorten te weren, integendeel, goedaardige bacteriën verhinderen vaak dat kwaadaardige indringers snel terrein winnen. Het zou best kunnen dat een studentenkot jarenlang bevolkt wordt door bacteriën en beestjes die het goed voorhebben met hun student. Ze zouden weleens een beurt van de stofzuiger verdragen, maar het is toch een goede zaak dat ze niet elke week moeten opboksen tegen een dweil die gedrenkt is in javel, en die na het poetsen een haast steriel niemandsland achterlaat waarin schadelijke bacteriën veel sneller oprukken. Dat je je huis beter kunt bevolken dan ontvolken, denken ook sommige producenten van schoonmaakmiddelen. Ook al vind je in de winkel nog altijd alleskillers zoals javel en dettol, een nieuwe generatie poetsmiddelen werkt niet tegen, maar mét bacteriën. Ze bevatten goedaardige bacillen die, als alles volgens plan verloopt, ook na het poetsen nog zorgen voor je interieur, door ziektekiemen te weren en ongezonde chemische verbindingen af te breken. ‘Het principe is goed’, zegt Tom Van De Wiele. ‘Maar we missen nog de nodige wetenschappelijke publicaties die de werking van deze producten aantonen.’ Voer voor de nieuwe generatie onderzoekers die binnenkort weer hun intrek nemen in die stimulerende, muffe biotoop.
Dat bacteriën en beestjes niet elke week moeten opboksen tegen een dweil gedrenkt in javel, is een goede zaak. Je kunt je huis beter bevolken dan ontvolken