Te denken’
dat er geen hoogbouw is. (wijst naar de duinen) Meestal installeer ik me op zo’n duin zodat ik een goed zicht heb op de kinderen, en lees ik een goed boek. Non-fictie, ja. Ik heb net een Duits essay uit, ‘De waardigheid is kwetsbaar’ van Ferdinand von Schirach, nu ben ik bezig in ‘De
Verlichting, uit Evenwicht?’ van Tinneke Beekman over westerse waarden. Ik heb altijd een potlood en papier op zak om notities te nemen, en ik heb ook een citatencahier (glimlacht). Ook dat is ontspanning voor mij. Ik lees om te begrijpen, in functie van een diepgaander leven.’ De zomer is voor Beke een periode om na te denken over de strategieën die vanaf september moeten worden uitgezet. Dus hier, met zicht op zee, wordt de strategie voor de gemeenteraadsverkiezingen bedacht? ‘ Dat kan al eens gebeuren’, lacht de voorzitter. Natúúrlijk zijn het belangrijke verkiezingen, weet Beke, en dus is hij extra alert. ‘ Maar het voordeel van zelf burgemeester zijn is dat je de problemen van andere steden en gemeenten ook zelf ervaart. Dat geldt niet voor een burgemeester van Antwerpen of Gent, die steden zijn hors catégorie, maar wel voor de rest.’
De Groote Rappèl
Hij combineert nu al een tijdje het partijvoorzitterschap met het burgemeesterschap van Leopoldsburg, een gemeente van 15.000 inwoners, en zit daarnaast ook in de Kamer. Hij kómt ook naar de Kamer. Een zware combinatie? ‘Fysiek verzorg ik me beter dan tien jaar geleden’, erkent hij. ‘Eén à twee keer per week ga ik zwemmen. Verder is het misschien zwaar, maar ik word er niet zwaarmoedig van, integendeel. Dankzij het burgemeesterschap ervaar ik de kracht van een gemeenschap. Ik ben letterlijk burgervader, op de goede en slechte momenten.’ Een van die goeie momenten was ‘De Groote Rappèl’, een groots opgezet muziek- en theaterspektakel over de geschiedenis van de garnizoensstad Leopoldsburg, dat in april en mei werd opgevoerd. Met en voor originele ‘Kampenaars’ (bijnaam voor de inwoners van Leopoldsburg, red.), vrijwilligers én vluchtelingen. Beke: ‘Daar heb ik aan den lijve gevoeld hoe 1 + 1 méér is dan 2. Je kunt een gemeenschap echt boven zichzelf doen uitstijgen.’