Nog altijd taalproblemen bij noodcentrales
De belofte van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) om meertalig personeel aan te stellen bij de noodcentrales, is nog niet waargemaakt.
BRUSSEL | Dirk S. uit Vlaams-Brabant is nog altijd boos na een incident met de noodcentrale. ‘ Ik reed op de E40 en zag een hoop afval liggen. Levensgevaarlijk. Auto’s moesten eromheen slalommen, een motorrijder haalde halsbrekende toeren uit.’ De man belde de hulpdiensten, maar kreeg als antwoord dat de telefonist geen Nederlands sprak. ‘Ik heb kwaad ingehaakt. Dit is niet de eerste keer dat dat gebeurt. Ik had gehoopt dat die taalmoeilijkheden intussen van de baan zouden zijn.’ Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) had beloofd een oplossing te vinden voor de taalproblemen bij onze noodcentrales: mensen die de hulpdiensten verwittigen, moeten een telefonist aan de lijn krijgen die hun taal spreekt, of tenminste begrijpt. Het kabinet-Jambon benadrukt dat intussen duidelijke richtlijnen zijn uitgevaardigd om dergelijke incidenten te voorkomen. Bij de hulpdiensten wordt beklemtoond dat zoiets in de praktijk niet meer mag voorkomen. ‘Wanneer een telefoonoperator in onze 101-centrale in bijvoorbeeld Luik de andere landstaal niet machtig is, moet hij de oproep doorgeven aan een collega, of de telefoon doorschakelen naar een meldkamer in Vlaanderen’, zegt Peter De Waele van de federale politie. Dezelfde uitleg bij de directie Civiele Veiligheid van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de hulpcentra 100, die de brandweer en ziekenwagens uitstuurt. Niettemin blijft het in sommige regio’s van het land aartsmoeilijk om voldoende meertalig personeel te vinden voor de noodcentrales. ‘Telefonist in een noodcentrale is een zware, stresserende enonderbetaalde job’, zegt ACOD-vakbondsman Alain Schellekens. ‘En zeker in Wallonië zijn er minder mensen beschikbaar die ook Nederlands spreken.’
Leegloop
De noodcentrales in ons land zitten al een tijd in zwaar weer, doordat er jarenlang amper in is geïnvesteerd. ‘We hebben onlangs nog aan de alarmbel getrokken omdat in de noodcentrale in Leuven, bevoegd voor Vlaams-Brabant, door vakantie en personeelstekorten maar één telefonist aanwezig was om alle 100-oproepen uit die regio te beantwoorden’, zegt Schellekens. ‘Er wordt extra personeel aangeworven. Maar het duurt een hele tijd voor dat inzetbaar is, en intussen gaan er door de werkdruk ook veel ervaren telefonisten bij ons weg.’ Langs de taalgrens is dat al decennialang en blijkbaar tot op vandaag een probleem, zo wijst het voorval uit van Dirk S. ‘In al die jaren dat ik in de buurt van de taalgrens woon, is het niet de eerste keer dat ik dat meemaak. Maar anno 2016 dacht ik dat die taalproblemen van de baan zouden zijn.’
‘Telefonist in een noodcentrale is een stresserende job. En in Wallonië zijn er minder mensen die Nederlands spreken’