Surfen op de tonen van de apocalyps
In Antwerpen brengt Laus Polyphoniae tien dagen lang muziek uit de meest sinistere ladekasten van de veertiende eeuw. Het trekt daar moeiteloos volle kerken mee.
De veertiende eeuw is een van de boeiendste laboratoria uit de muziekgeschiedenis met muziek die vandaag nog altijd verbaasd lijkt over haar eigen, duizelingwekkende mogelijkheden. Canto Coronato en Tiburtina Ensemble lieten elk verschillende kanten van de veertiende-eeuwse medaille horen: hemels en ijl, onderaards en schurend. Onderzoeker en muzikant David Catalunya puzzelde de afgelopen jaren nieuwe inzichten bij elkaar over de fameuze codex Las Huel
gas: een handschrift dat de nobele nonnen uit het Cisterciënzerklooster in Burgos destijds op de lessenaar hadden staan. De avond begon met klokken, galmende boventonen en strijdende dissonanten waaruit als een hemelse verrassing absolute zuiverheid tevoorschijn kwam. De toon was gezet voor een concert dat duidelijk op het allerhoogste mikte: een stralend, ijl klankbeeld zette de trommelvliezen op scherp. Catalunya loodste de luisteraars door een fascinerend programma met hikkende polyfone hoogstandjes, bezwerende canons en wiegende wisselzangen met duizelingwekkende versieringen. De tandwielen van de tijd haakten als gouden radertjes in elkaar. Tot sopraan Barbara Zanichelli opeens alleen stond te zingen met het tedere geluid van een stem die bijna in zichzelf verdwijnt, begeleid door een nieuw geconstrueerd psalterion met de klank van geweven zilverdraad – wat een schoon- heid. In het zangkorps stond de onzekerheid om de halsbrekende toeren die ze moesten uithalen bij momenten in de ogen te lezen, en soms wankelde de zuiverheid een haartje. Het kan je alleen maar doen hopen dat dit ensemble de kans krijgt om dit programma nog heel vaak te doen. De vrouwenstemmen van het Tiburtina Ensemble toverden andere sferen uit hetzelfde manuscript: donkerder, dreigender, surfend op de tonen van de Apocalyps. ‘De hemel zal wijken, de zon zal rood kleuren, de maan zal flitsen en de sterren zullen op aarde vallen’: Tiburtina trok een stevig blik onbehagen open. Voor één keer niet alleen, maar met behulp van drie jazzmuzikanten. De combinatie jazz en oude muziek verzandde voor één keer niet in kleffe
easy listening. Geen aaibare, knuffeljazz maar schurende soundscapes vol onheilspellende boventonen, slijpende cymbalen en rommelende dubbelgrepen. Nu weer speelde het jazztrio het veertiende-eeuwse spel mee in ritmische draaimolentjes, dan weer plugden ze hun klanken bijna wel maar net niet helemaal in op het gregoriaans van Tiburtina. Het resultaat was cross-over die de ruimte kreeg om soms wel en soms niet te kruisen: een avond vol verrassende resonanties.
De combinatie jazz en oude muziek verzandde voor één keer niet in kleffe ‘easy listening’