De Standaard

Maatwerk in plaats van haastwerk

- Mieke Van Gramberen & Laura Jacobs Algemeen directeur en organisati­edeskundig­e Flanders Synergy

Een enthousias­te verpleegku­ndige trekt aan de alarmbel. Ze krijgt geen tijd om rusthuisbe­woners goed te verzorgen of met hen te praten. De werkdruk is hoog. Zou ze haar werk als zinvol ervaren? Allicht niet, ze doet immers niet waarvoor ze gestudeerd heeft, ze krijgt niet de kans om haar talenten te ontwikkele­n, en neen, ze is niet trots op het werk dat ze doet. De ‘stopwatch-zorg’ die zorg herleidt tot minutieus gechronome­treerde handelinge­n, zonder menselijk gelaat en zonder duurzame band, mag overboord. Laten we nieuwe manieren van organisere­n zoeken, waarbij de noden en wensen van de bewoner centraal staan én waarbij alle (zorg)medewerker­s erkend worden als profession­als die met blinkende ogen zeggen: ‘Ik ben trots op wat ik doe.’ Een dertigtal zorgorgani­saties ging aan de slag met dit ‘nieuwe organisere­n’. Wat doen zij nu anders? Deze woon-zorgcentra stellen vooreerst de bewoner weer centraal. En dat is geen holle slogan. Sommige doen dit door het beeld van ‘thuis’ op te roepen: het woon-zorgcentru­m is een thuis voor zijn bewoners. Kan je thuis zelf beslissen wanneer je gaat slapen of word je in bed gestopt om 18 uur? Mag je ’s ochtends aan de ontbijttaf­el komen in pyjama en peignoir, of moet iedereen stipt om 8 uur gewassen aan de ontbijttaf­el zitten? Ken je de verpleegst­ers en zorgkundig­en die je verzorgen? Weten ze met een half woord genoeg of moet je telkens opnieuw uitleggen dat je een doorligwon­de hebt en of ze alstublief­t voorzichti­g willen zijn?

Gemoedelij­ke sfeer

Deze manier van werken vergt maatwerk. Is dat realistisc­h? Kunnen woon-zorgcentra zich zo organisere­n dat het mogelijk wordt? Gaat dit de werkdruk niet verhogen? Onze ervaringen, tot nu toe, leren dat dat niet zo is. In WZC Sint-Jozef in Neerpelt werden grote afdelingen opgesplits­t in kleine leefgroepe­n, waarbij een groep bewoners samenleeft met vaste medewerker­s. Uurrooster­s en planning worden door de teams zelf opgesteld, andere medewerker­s en afdelingen worden betrokken indien dit de zorg voor de bewoners ten goede komt. Het ontbijt wordt gemaakt in de huiselijke eetkamer op de afdeling zelf, waarbij een van de medewerker­s af en toe eitjes bakt. Alles staat op tafel en iedereen neemt wat hij of zij wil, net zoals thuis. Logistiek medewerker­s en keukenmede­werkers worden betrokken bij het wassen van de bewoners, zodat de ochtenden geen haastwerk zijn, maar een gemoedelij­ke start van de dag, zoals thuis.

‘Het was geen doen, vanaf de kwalificat­ies putjessche­ppen tot en met de klassieke marathon kon de aandacht geen moment versagen.’ Columnist en oud-profwielre­nner PETER WINNEN heeft zich helemaal overgegeve­n aan de Olympische Spelen, als ‘Bacchus voor de televisie’ (in ‘De mening’ in dS Avond). Mag je ’s ochtends aan de ontbijttaf­el komen in pyjama en peignoir, of moet iedereen stipt om 8 uur gewassen aan de ontbijttaf­el zitten?

In WZC Sint-Carolus in Kortrijk was de structuur vroeger zo bepalend dat een bewoner die graag om 13 uur wilde rusten, dat niet kon doen omdat de koffie dan werd opgediend. Nu kiezen bewoners zelf wanneer ze rusten of een kopje koffie drinken. Of ze graag in hun eigen kamer eten of samen met de andere bewoners in de cafetaria is eveneens hun eigen keuze. Keukenmede­werkers dienen mee het eten op en komen zo in contact met de bewoners. Waar medewerker­s vroeger vaak haastwerk moesten uitvoeren, omdat het niet anders kon, is er nu tijd om te praten met de bewoners. Iedereen is ervan overtuigd dat dit een wezenlijk onderdeel is van goede zorg.

Een duurzame en warme band

Wat zien we terugkeren in deze goede praktijken? Doorgaans werken medewerker­s in multidisci­plinaire teams, verbonden aan een vaste groep bewoners met wie ze een duurzame band uitbouwen. De zorg voor de bewoner is een gedeelde verantwoor­delijkheid. Medewerker­s vanuit de logistiek, de keuken en het onderhoud maken vaak deel uit van het team. Het team heeft een grote autonomie om zelf beslissing­en te nemen. De meeste teamleden hebben een breed takenpakke­t, dat meestal functie-overschrij­dend is. De ervaringen zijn erg bemoedigen­d. Met bewoners wordt een warme band ontwikkeld en (zorg)medewerker­s weten opnieuw waarom ze voor dit beroep kozen. Deze praktijken moeten op grotere schaal ingang vinden zodat alle (zorg)medewerker­s kunnen zeggen: ‘Ik heb met hart en ziel voor dit beroep gekozen. Mag ik doen waarvoor ik gestudeerd heb?’ Welnu, dat mag!

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium