‘Om ons zorgmodel aan te passen, is een aanpassing van ons woonmodel nodig’ GUY TEGENBOS pleit voor zelfredzaamheid en thuiszorg.
Ons zorgmodel is versleten. Dat leren we van de getuigenis over schandelijke verwaarlozing in ‘zorghotels’. Maar het zorgmodel is gelukkig al een beetje aan het veranderen, alleszins al in de woorden. Maar aan de aanpassing van ons woonmodel zijn we nog niet toe.
De zorg moet veranderen
Tot het midden van de vorige eeuw waren de zaken simpel in het katholieke Vlaanderen. ‘Werp al uw kommer op de Heer’, luidde het. ‘God zal voor je zorgen’, zei de vlag. In de realiteit moest je vooral voor jezelf zorgen. Als het moeilijk ging, dan was bidden de oplossing. Pas daarna boden de christelijke caritas of de openbare onderstand een vangnet. Na de oorlog kwam de welvaartsstaat met zijn sociale zekerheid en enkele decennia later de welzijnsstaat met zijn talloze zorgvoorzieningen. ‘Werp al uw kommer op de staat, op de gemeenschap en op de welzijnszorg’, luidde het sindsdien. De mensen werden aangespoord de zorg voor zwakkeren, zieken, ouderen, jongeren, personen met een handicap... aan professionals toe te vertrouwen. Bij voorkeur in gespecialiseerde instellingen. Ook de thuiszorg werd sterk uitgebreid, naar het model van de instellingszorg. ‘Kom maar hier voor de zorg’, luidde het overal. Het nodige extra geld zou er wel komen. Welke partij durfde het aan om die wachtlijsten niet aan te pakken? Maar de wachtlijsten bleven toch bestaan, ze werden zelfs langer, hoeveel extra geld er elk jaar ook naar de zorg ging. Het aantal zorgvragers nam toe, het geld niet. Resultaat? Het volk wordt in de tang genomen: als de kwaliteit van zorg zeer hoog moet blijven, dan worden de wachtlijsten langer of worden de belastingen nog onbetaalbaarder. Als bespaard moet worden, dan neemt de verwaarlozing toe. Wat valt hieruit te leren? Het model ‘werp alle kommer op de gemeenschap’, heeft zijn grenzen bereikt. Een ander model is nodig. Een met veel meer thuiszorg en zelfzorg. Toen Vlaams Welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V) enkele jaren geleden zijn nieuw model lanceerde – de ‘vermaatschappelijking van de zorg’ en ‘de concentrische cirkels van zorg’ – wuifden velen dat weg als ‘theoretisch’ en ‘niets nieuws’; anderen vonden het ‘verraad aan het bestaande zorgmodel’. Stilaan begint door te dringen dat er inderdaad een totale ommekeer in het zorgmodel móet komen. Die groeit ook al, zowel in de feiten als in de hoofden van de mensen. Mensen moeten veel meer voor zichzelf zorgen. Zelfredzaamheid en empowerment heet dat in het jargon van de professionals. Maar de mensen willen dat zelf ook. Geen oudere wil nog in het rusthuis. Niemand wil betutteld worden. Als de serviceflats niet herdoopt waren tot assistentiewoningen liepen ze al leeg. De concentrische zorgcirkels van Vandeurzen zijn onvermijdelijk: alles begint bij zelfhulp, dan komt de hulp van de onmiddellijke naasten en de iets verdere naasten en bu- ren. Dan komt er een budgetje van de overheid zoals de uitkering van de zorgverzekering of het nieuwe basisondersteuningsbudget van de gehandicaptensector: die laten toe zelf zorg te kopen. Enkel wie kan bewijzen veel meer zorg nodig te hebben, kan op een ruimere tegemoetkoming rekenen. Opname in een instelling is een laatste middel. Ook in de gezondheidszorg is de thuiszorgmet-veel-zelfzorg het model aan het worden. Diabetes? De kinderen prikken zelf. Zelfs de nierdialyse waarvoor tot voor kort nog loodzware apparatuur nodig was, gebeurt nu thuis. Slimme ziekenhuizen weten al dat de technologie en de organisatie van de zorg ertoe zullen leiden dat ze over tien jaar amper één derde van hun bedden overhouden. Om de zorg te veranderen, moet de financiering ervan ook anders. Als artsen en ziekenhuizen geen voordeel meer hebben bij de therapeutische hardnekkigheid waarmee ze veel patiënten in hun laatste levensweken martelen, dan komen er massa’s centen vrij om mensen met aandoeningen die niet te genezen zijn mooie laatste levensmaanden of -jaren te bezorgen. Om de zorg te veranderen, moet er ook geinvesteerd worden in technologie en in nieuwe zorgvormen: de woonassistenten zijn daarvan een voorbeeld, de buurtzorg waarmee de Koning Boudewijnstichting samen met enkele steden experimenteert, is een ander voorbeeld.
Stilaan begint door te dringen dat er een totale ommekeer in het zorgmodel móet komen
Ook de thuis moet veranderen
Niet enkel het zorgmodel moet veranderen, ook het woonmodel. De thuis van de thuiszorg. Als concurrerende Renault Clio’tjes van diverse kleuren uren blijven besteden aan tochten naar onaangepaste woningen – villa’s zowel als krotten – ver
weg in de bossen of weiden, als ze in de steden uren in de files staan of uren zoeken naar een parkeerplaats voor onaangepaste appartementen in onaangepaste wijken, dan zal ook de thuiszorg failliet gaat. We moeten anders gaan wonen, ook de oudere bevolking. Het wordt tijd dat de architecten en bouwheren in Vlaanderen leren dat de regels van ‘universal design’ of aangepast bouwen al decennia bestaan. Het wordt tijd dat de overheid in Vlaanderen en minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V) leren slimmere regels te maken zodat bijvoorbeeld kangoeroewoningen (zoals minister Crevits er een heeft gebouwd voor haar ouders) niet langer illegaal zijn. Het wordt tijd dat de mensen leren dat ze, lang vóór ze immobiel worden, moeten verhuizen naar woningen die aangepast zijn aan mogelijke beperkingen, woningen dicht bij de diensten en voorzieningen die ze nodig hebben. Dan kunnen ze in hun huis blijven en er de rest van hun leven verzorgd worden. Wat dat soort aangepaste woningen in aangepaste wijken betreft, doet zich een fantas- tische opportuniteit voor. De e-commerce slaat alsmaar grotere gaten in de winkelstraten in onze dorpen, stadjes en steden. Die gaten gaan nooit meer weg, maar kunnen wel gevuld worden door woningen, appartementen en collectieve woonvormen die geschikt zijn voor zelfredzame thuiszorg. Jong, oud en mensen met veel of weinig beperkingen kunnen er samenleven. Om ons zorgmodel aan te passen, is een aanpassing van ons woonmodel nodig. Slimme gemeenten beginnen daar nu aan. De anderen doen dat over een jaar of tien, wanneer de vergrijzing al wat begint af te zwakken.