De terugkeer van Zinzen
Dertig jaar geleden pochte een studiegenoot over de aanwervingspraktijk van zijn vader. Die bestuurde een uit de kluiten gewassen bouwbedrijf, gespecialiseerd in overheidsopdrachten. Vrouwen kwamen het bedrijf niet in. Niet dat de man hun competenties in vraag stelde. Maar vroeg of laat tikt de biologische klok. ‘Vrouwen kosten geld.’ Hebzucht stond gezond verstand in de weg. Tegenwoordig tolereert niemand dergelijk gedrag.
Als pril lid van de doelgroep hoor ik soms verhalen van werknemers die rond hun vijftigste moeten vertrekken. De zoektocht naar een nieuwe werkgever loopt niet over wolkjes. Daarbij zitten heel wat hooggeschoolde profielen, zelfs in knelpuntberoepen. Maar werkgevers laten zich afschrikken door de kostprijs, of vrezen onvoldoende rendement.
Unia, het Interfederaal Gelijkekansencentrum, ziet een forse stijging van het aantal klachten, al is enige nuance op zijn plaats. ‘Maak van een mug geen olifant’, toeterde Unizo-topman Karel Van Eetvelt. Er bestaat inderdaad beterschap. Maar nog steeds krijgen heel wat oudere werknemers de bekende clichés naar het hoofd geslingerd. We zouden te duur zijn. Of niet productief genoeg, wat ons nog duurder maakt. Of we zijn te vaak ziek. Of niet gemotiveerd genoeg. Of we passen niet in het team van jonge dynamische medewerkers.
Ik heb het grote geluk om bij een krant te werken waar ouderen niet met nepcontracten worden doorgestuurd. De redactie van De Standaard heeft een mooi profiel van twintigers, dertigers, veertigers, vijftigers en zelfs enkele zestigers. Die mix zorgt voor een unieke werkbiotoop, die erg alert kan inspelen op maatschappelijke uitdagingen.
Bedrijven winnen bij een gezonde leeftijdsmix. Er is ook geen andere keuze. Als we langer moeten werken, moeten werkgevers ons alle kansen blijven geven. Zo niet wacht een sociaal bloedbad. Maar ik ben niet pessimistisch. Wetenschappelijk onderzoek wees uit dat werkgevers die 50-plussers kansen geven daar een positief gevoel aan overhouden. Wij hebben immers ook troeven. Wij zijn loyaler dan al die jobhoppende springin-’t-velds. Wij brengen ervaring in. Dikwijls zijn wij een betrouwbaar element van rustige vastheid.
Tien dagen geleden zag ik Walter Zinzen in De Afspraak. Zijn charisma spatte van het scherm. De man moet bijna 80 zijn. In de Angelsaksische wereld zijn dergelijke tv-hosts de gewoonste zaak van de wereld. Nu wil ik niks verkeerds zeggen over om het even welke presentator bij om het even welke omroep. Maar toen ik Zinzen bezig zag, vroeg ik me af of het geen idee zou zijn om deze man opnieuw een programma te geven.
Bart Brinckman verzorgt deze week ‘De mening’ in dS Avond, waar deze bijdrage gisteren verscheen.