Speurders onder vuur
De kritiek op het politieonderzoek bereikte gisteren een kookpunt: na het zoveelste incident werden de speurders uit de zaal gezet om hun data te controleren.
| De discussie begon zo. Op 30 oktober 2013, de avond voor het overlijden van Véronique Pirotton in Hotel Mondo in Oostende, hoorden twee hotelgasten veel lawaai ‘uit de kamer boven hen’.
Jurgen Schoefs uit kamer 502 verklaarde aan de politie dat hij die avond tussen 22 uur en 22.30 uur ‘ruwe seks’ had gehoord vanuit de kamer van Bernard Wesphael en Véronique Pirotton. Uit het gedetailleerde tijdsverloop blijkt dat die verklaring niet kan kloppen, omdat Wesphael en zijn vrouw op dat moment nog niet in hun kamer waren.
Toen de speurders gisteren een tijdslijn met hun volledige onderzoek kwamen voorstellen, stond het lawaai dat Jurgen Schoefs op 30 oktober had gehoord, plots om 24 uur genoteerd.
‘Ik geloof er niets meer van. Ik heb geen vertrouwen meer in dit onderzoek’, zei Jean-Philippe Mayence, de advocaat van Bernard Wesphael. Hij vroeg aan de voorzitter om te stoppen met de ondervraging van de speurders.
De verklaring van de getuigen uit kamer 502 is van belang, omdat het echtpaar Schoefs volhoudt dat ze op 31 oktober in dezelfde kamer een vrouw hebben gehoord ‘die huilde als een wolf’. Als hun eerste verklaring niet klopt, is de tweede mogelijk ook onbetrouwbaar.
Ook de omzetting van het zomeruur op bepaalde camerabeelden, naar de wintertijd, bleek niet zo nauwkeurig gebeurd te zijn. Daarop haalde ook het openbaar ministerie uit naar de onderzoekers. ‘Ik heb al geweten dat politiediensten een professioneler rapport maakten dan dit’, zei Alain Lescrenier, als openbaar aanklager nochtans een bondgenoot van de speurders.
Voorzitter Philippe Morandini besliste uiteindelijk om de Brugse onderzoeksrechter Christine Pottiez en de leden van de lokale recherche van Oostende even de zaal uit te sturen, om hun data te controleren.
Het was gisteren de zesde dag dat de politiediensten kwamen getuigen, en het zoveelste incident. Vorige week bleek dat er stalen met DNA-materiaal uit de hals van het slachtoffer waren verdwenen. De dag nadien moest de onderzoeksrechter toegeven dat ze een voorbereidende vergadering had gehad met het parket. ‘Du jamais vu’, aldus Mayence die vindt dat het onderzoek enkel à charge gevoerd is.
Zo hadden enkele hotelgasten op de avond van de feiten niets gehoord, hoewel ze vlak bij die van Wesphael en Pirotton sliepen. Maar van die getuigenissen bleek geen pv opgemaakt.
Het betekent niet dat Bernard Wesphael onschuldig is. Maar de jury bleef achter met een beeld van een politieonderzoek waarin de slordigheden niet te tellen zijn. Vandaag komen de gasten uit kamer 502 aan het woord, net als de minnaar van Pirotton.