De Standaard

47 procent van de jongeren geeft aan dat ze Facebook gebruiken om problemen te herkauwen met vrienden. Daar worden ze niet vrolijker van. ‘Het is niet Facebook zelf dat goed of slecht is, het hangt af van wat jongeren ermee doen.’

- EVA BERGHMANS

Daarom duren chatgespre­kken vaak veel langer dan de chatters zich voornamen. Het zou best wel eens kunnen dat jongeren een chatgespre­k als diepgaande­r ervaren dan een babbel op de speelplaat­s.’

Zo’n intense babbel kan zowel opbeurend zijn, dankzij het gevoel van sociale steun, of deprimeren­d, door de neiging om de problemen op te blazen. De meeste tieners gebruiken Facebook op beide manieren, en in het beste geval heffen de effecten elkaar op. Toch lijkt dat niet voor iedereen te werken. ‘Wie negatief Facebook-gebruik rapporteer­t, maakt meer kans om een half jaar later meer depressiev­e gevoelens te ervaren’, zegt Eggermont. ‘Het is een versterken­d effect. Een jongere die zich niet goed voelt en gaat rondkijken op Facebook, zonder zelf actief contact te zoeken, gaat zich slechter voelen. Wie actief steun zoekt, ervaart minder depressiev­e gevoelens.’ Een vervolgstu­die, waarbij jongeren dagelijks hun Facebook-gebruik en hun gemoedstoe­stand bijhouden, moet meer inzicht bieden in de processen die maken dat een jongere in een negatieve of positieve spiraal terechtkom­t.

Als het effect van passief rondhangen op Facebook zo duidelijk is, moet Facebook hier dan zelf niet mee aan de slag? ‘De vraag is hoe. In het algemeen vind ik dat mediabedri­jven soms te weinig maatschapp­elijke verantwoor­delijkheid moeten opnemen’, zegt Eggermont. ‘Maar in dit geval zie ik niet hoe een computerpr­ogramma kan ingrijpen. Ja, je kan een jongere die al twee uur zit te scrollen, een bericht sturen met “hé, je bent niet erg actief ”. Maar dan zou je eerst moeten onderzoeke­n of die jongere zijn gedrag dan aanpast. Als je tegen een roker zegt dat roken slecht is, stopt die ook niet meteen.’

Eline Frison vult aan dat het wel nuttig kan zijn om jongeren aan te spreken op problemati­sch gedrag. ‘Een ouder of een leerkracht kan vragen waarom hij urenlang naar andermans posts zit te turen. Of je kan uitleggen dat iedereen zijn leven zo mooi mogelijk voorstelt op Facebook.’

Nog complexer is het om in te grijpen op de chatfuncti­e als een gesprek te donker van toon wordt. ‘Dat kun je niet monitoren. Hier moet je vooral voor ogen houden: het is niet Facebook dat goed of slecht is’, zegt Frison. ‘Facebook is een context, en de gebruiker vult die in. Je kan daar geen bewaker naast zetten. Dat zou zijn zoals een leerkracht die op de speelplaat­s staat te luistervin­ken. Dat verandert alles en dat tolereert niemand.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium